715 22 AUGUSTUS 1974 3. bijlage nr. 216 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET VASTSTELLEN VAN BEGROTINGSWIJZIGINGEN. 4. bijlage nr. 217 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET AAN GAAN VAN OVEREENKOMSTEN BETREFFENDE VERVREEMDEN VAN ONROEREND GOED. 5. bijlage nr. 218 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET AAN GAAN VAN OVEREENKOMSTEN BETREFFENDE VERWERVING VAN ONROEREND GOED. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt con form de voorstellen onder de agendapunten nrs. 3 t/m 5 besloten. 6. bijlage nr. 219 AANBIEDING VAN HET DOOR DE PROJECTGROEP BEJAARDENHUIS VESTING UITGEBRACHTE TWEEDE DEEL VAN DE NOTA BEJAAR DENHUIS VESTING Mevrouw JaGER-MIDDELBEEK- Ik kon tot mijn spijt niet aanwezig zijn in de vergadering van de commissie voor maatschappelijke dienst verlening en daarom wil ik nu graag iets zeggen over deze tweede no ta inzake de bejaardenhuisvesting. Ik vind de nota bijzonder duidelijk, zeer leesbaar en ovei het algemeen ben ik het met de inhoud eens. Als men stelt dat bejaarden zo lang mogelijk zelfstandig moeten blijven is dat natuurlijk juist. Dit geldt zeker voor diegenen die zulks willen en kunnen. Daarvoor moeten dan ook adequate voorzieningen aanwezig zijn. Men moet echter het aantal bejaarden niet onderschat ten dat na een langdurig huwelijksleven alleen komt te staan, vereen zaamt en vaak na lang aarzelen naar een bejaardentehuis gaat. Dan zeggen zij dikwijls dat het hen spijt dat zij het niet tien jaar eerder had den gedaan. Deze zin 'ben ik zeer vaak tegengekomen. De bejaarden vinden het vaak bijzonder onaangenaam als men spreekt over bejaarden pakhuizen. Men vindt zon uitspraak denigrerend. Zij zien het zelf vaak heel anders. Met al onze goede bedoelingen moeten wij ervoor oppassen niet te veel voor de bejaarden te gaan denken, maar ze bij allerlei activiteiten in te schakelen, als zij zulks willen. Als zij zelf willen, moeten zij mee kunnen denken. In het voorwoord van de nota staat dat deel 1 op ruime schaal is verspreid en dat er inhoudelijk weinig reactie op is gekomen. Dat is jammer en ik vraag mij af welke methode moet worden gevolgd om respons te krijgen. Wellicht kunnen via de Stichting Bejaardenwerk of via de bejaardengespieksgroepen en -bonden lezingen of gesprekken over deze materie worden gehouden. Dit zou bij voorbeeld kunnen ge beuren in bejaardensociëteiten of tehuizen. Dergelijke lezingen zouden dan moeten worden aangekondigd in het blad Na 65. Ook gesprekken over de inhoud van deze beide nota's met de directies kunnen hun nut hebben. Als er met deze nota's niets gebeurt, zijn zij voor niets ge schreven en daarvoor zijn zij te bruikbaar. Onze fractie is content met deze nota's, wij hopen dat er iets mee zal gaan gebeuren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 715