721
22 AUGUSTUS 1974
mogelijk is. De vraag is genoteerd en zal verder worden besproken.
De heer America heeft opgemerkt dat de landelijke percentages
aan de concrete Bredase situatie moeten worden getoetst. Deze opmer
king is zeer juist, maar ik geloof dat wij uit het onderzoek in Breda
een aantal plaatselijke uitkomsten hebben gekregen. Daarnaast zijn er
natuurlijk landelijke normen en wij proberen natuurlijk altijd vergelij
kenderwijs te komen tot een grotere mate van zekerheid, In de nota's
zijn landelijke percentages genoemd, maar de Bredase situatie wijkt
daarvan af. Daarvoor zijn dus andere percentages aangehouden en wij
zijn dus al bezig geweest met het toetsen van de landelijke percentages
aan de Bredase situatie.
De heer America heeft ook opgemerkt dat wij rekening moeten
houden met de bejaarden en de mensen die zich met bejaarden bezig
houden. Dit rapport is natuurlijk niet uit de duim gezogen. Wij hebben
een onderzoek gehouden onder 400 Bredase bejaarden, welke groep re
presentatief werd geacht. Wij overleggen met mensen die zich met be
jaarden bezig houden en wij houden feitelijk rekening met hetgeen er
onder de bejaarden leeft.
Mevrouw Paulussen noemde een sociaal onderzoek naar de tevre
denheid over de huisvesting. De huisvestingsproblematiek is aan de or
de geweest in het onderzoek dat ik al enkele malen heb genoemd. Me
vrouw Paulussen brengt hier meteen het woord "medezeggenschap" bin
nen, Ik kan mij niet voorstellen dat dit woord aan de orde is geweest.
Op het moment waarop het onderzoek werd gehouden was dit woord
nog niet bekend. De wethouder denkt er hetzelfde over als mevrouw
Paulussen, ik houd van medezeggenschap en van bewonerscommissies.
Ik houd bepaald niet van betutteling.
Eén vraag van mevrouw Paulussen is mij niet geheel duidelijk. Zij
zegt dat als er wordt gesproken over garanties en een voorkeur voor Bre-
danaars eigenlijk alleen bij een aanwezige behoefte goedkeuring aan
voorstellen dienaangaande moet worden gegeven. Wij hebben getracht
vast te stellen welke omvang de behoefte in Breda heeft. Als er plan
nen komen zal worden bezien of zij aan de behoeften voldoen. De
eerste zorg van het gemeentebestuur gaat natuurlijk uit naar de Breda
se bejaarden. Als er een plan komt dat theoretisch aan de behoeften
voldoet, maar dat praktisch van een zodanige aard is dat het niet ge
bouwd wordt voor Bredase bejaarden, moeten wij geen garanties verle
nen ook al met het oog op de schaaise grond in Breda,
De heer Kramer vraagt aandacht voor het continu meten van het
behoeftenpatroon. Ik zou wensen dat dit mogelijk was, maar ik weet
wat het eenmalig meten van het behoeftenpatroon van de bejaarde be
volking kost en ik ben dan ook bang dat continu meten onbetaalbaar
wordt, tenzij er een methode gevonden zou worden om dit steekproefs
gewijs te gaan doen. Ofschoon ik de gedachte bepaald positief vind
verwacht ik toch dat er niet veel van zal komen. Ik zal deze gedachte
echter meenemen om nog eens te overdenken.
Ik geloof dat mevrouw Van Nes te weinig waarde toekent aan be
paalde zinsneden in de nota. Zij zegt dat ook de omgeving van de
huisvestingsmogelijkheden in de beschouwingen moet worden betrokken.
Juist de omgeving is mede bepalend voor het beoordelen van concrete
plannen.
In Breda noord zou een verzorgingstehuis mogelijk en wenselijk
zijn. Volgens mevrouw Van Nes zijn er barrières en zij is er niet bij
zonder gelukkig mee. In de concrete situatie zullen wij altijd moeten
afwegen wat wenselijk is en wat mogelijk blijkt te zijn. Het zou best