22 AUGUSTUS 1974 722 kunnen zijn dat alles op éen punt na in oide is. Moeten wij dan om dat ene punt "neen zeggen? Wij zouden in zon geval een alternatief moeten hebben en daar is waarschijnlijk een ander belangrijk punt on voldoende, Wij moeten streven naar een ideale situatie, maar wij moeten niet stilhouden als die ideale situatie onbereikbaar is. Ik waag mij niet aan een uitspraak over de grondprijzen in de bin nenstad, maar ik koester de hoop dat het toch nog mogelijk zal zijn in het centrum betaalbare bejaardenwoningen te bouwen. Mevrouw PAULUSSEN: Wij vinden dat er uiteindelijk in de conclu sies te weinig duidelijke criteria zijn om het toekomstig bouwbeleid goed te kunnen beoordelen. Over zuid oost zegt u op pagina 28 dat daar uitbreiding van bejaar denhuisvesting vooralsnog niet wenselijk is. Op pagina 17 bij de eind conclusies van de pro's en contra's staat het wat scherper. Ik blijf dat jammer vinden. De nota zou aan kracht hebben gewonnen als dit wat duidelijker naar voren was gekomen. Wij zouden er dan in de toekomst meer mee kunnen doen. Bij de toekomstige plannen zullen wij onze eigen interpretatie hanteren om ze te beoordelen. De wethouder heeft gezegd dat er een projectgroep zal komen ter bestudering van de dienstverlening in ruime zin en relatie tot de huis vesting. Wij zouden graag duidelijk willen weten of het hier om een toezegging gaat. Mevrouw VAN NES- BRANDS: Ik 'ben het met mevrouw Paulussen eens als zij zegt dat deze nota waarschijnlijk toch weer voor allerlei uitleg vatbaar 4s. Dit blijkt al uit de discussie die wij nu voeren over het verzorgingshuis in Breda-noord. Er wordt niet strak de hand gehou den aan de gegevens die volgens de wethouder duidelijk in de nota staan, maar die volgens mij niet erg duidelijk zijn. Ik geloof ook dat wij de criteria na lezing van de nota zelf moeten aanleggen en dat wij uit eigen verantwoordelijkheid een beslissing moeten nemen. De wethouder heeft geen antwoord gegeven op mijn vraag of de projectgroep noord ingeschakeld zal worden bij de planning van de be- jaardenhuisvesting in Breda noord. Uit het antwoord op mijn vraag over de grondpolitiek en ook uit andere vragen blijkt dat het ook gewenst is deze nota in de commissie voor openbare werken ter discussie te stellen. Ik heb in de commissie iets dergelijks opgemerkt. Herhaaldelijk heb ik gepleit voor een bete re coördinatie tussen de beide commissies en ik vind het jammer dat het nu weer niet is gelukt. Het zou wellicht goed zijn deze nota alsnog in de commissie voor openbare werken ter bespreking aan te bieden. Voor de uitvoering van de plannen is dat onontbeerlijk. De heer AMERICA; Ik kan mij voorstellen dat de wethouder geen antwoord geeft op mijn opmerking dat wij afgelopen maandag voor het eerst over deze nota hebben gesproken. Ik acht dit duidelijk in strijd met de bedoeling van de adviescommissies. Het heeft geen zin daar verder over na te kaarten, maar ik wil aan de hand van dit concrete voorbeeld mijn zorg uitspreken. Ik wil de raadsleden die ook in een volgende raadsperiode zullen optreden vragen 'bij de uitvoering van nieuwe plannen erop toe te zien dat ten minste twee commissies in een zeer vroeg stadium bij de voorbereiding van de plannen worden betrokken. Ik ben bang dat de voorbereiding van bepaalde plannen al zover gevor-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 722