22 AUGUSTUS 1974 724 moet zijn, laat staan dat ik weet hoe een opdracht geformuleerd zal moeten worden. Mevrouw PAULUSSEN: Kunnen wij daar wellicht eens in de com missie voor maatschappelijke dienstverlening over spreken? Wethouder DE RAAFF: Dat kan natuurlijk gebeuren, want, zoals de heer America al zei, deze nota's moeten geen eindpunt vormen. Zij moeten onderwerp van gesprek blijven. Dit onderwerp kan geregeld worden besproken, in welke vorm dan ook. Wij kunnen besluiten tot het opstellen van een derde nota, maar wij kunnen deze kwestie ook geregeld op de agenda van de commissie zetten om tot formuleringen te komen. Het gaat erom dat de gedachten die zijn geopperd worden overwogen en doorgedacht om zo mogelijk te worden toegepast. Het is dan een tweede vraag of daarvoor een aparte nota moet verschijnen. Ik vind dat niet belangrijk. Ten aanzien van de vraag van mevrouw Van Nes kan ik zeggen dat er afspraken zijn gemaakt op grond waarvan alles wat in de Hoge Vucht gebeurt in de projectgroep noord ter sprake wordt gebracht. Ten aanzien van de coördinatie kan ik zeggen dat de nota's mede zijn op gesteld door ambtenaren van openbare werken. Ik ben er dan ook zeker van dat dit één van de belangrijke bemoeienissen van de projectgroep zal zijn. De projectgroep noord is één van de eerste projectgroepen en wij hebben kunnen constateren dat juist door de veelvuldige contac ten een belangrijke coördinatie tot stand is gekomen. Mevrouw VAN NES-BRANDS: Ik heb speciaal op de commissies ge wezen. In de commissievergadering heb ik ook al geconstateerd dat ambtenaren van openbare werken hierbij betrokken waren geweest. Wethouder DE RAAFF: Ik zal de wethouder van openbare werken vragen of hij deze materie ook in zijn commissie aan de orde wil stel len. De heer Kramer bedoelde iets anders dan ik in eerste instantie be greep. Hij wil graag op de hoogte blijven van de aanvragen bij bepaal de stichtingen. Natuurlijk is iets dergelijks mogelijk. Dat is echter iets heel anders dan het peilen van de wensen van de bejaarden. Het doel van de centrale registratie is vast te leggen wat de werkelijke behoef ten zijn. De heer KRAMER: Ik dacht meer in de geest waarin u in eerste instantie sprak over inspraak en medezeggenschap. Wethouder DE RAAFF: Wij moeten natuurlijk wel rekening houden met de taken en de bevoegdheden van de overheid. Er zijn bepaalde taken die ik zou willen aanpakken, maar waar ik toch af moet blijven. Wij zullen doen wat mogelijk is en het is de bedoeling van deze nota en van de centrale registratie na te gaan wat de werkelijke behoeften zijn en op welke wijze daaraan tegemoet kan worden gekomen. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van bur gemeester en wethouders besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 724