22 AUGUSTUS 1974 730 het onderhavige voorstel gaat het om deze complexen. Misschien is het met enige kunstgrepen alsnog mogelijk deze wo ningen geclausuleerd over te dragen, maar het college zou zulks onge manierd vinden. Het is moreel onaanvaardbaar om een woningbouwver eniging, die sinds 1966 weet dat zij onder normale condities eigenaar wordt van deze woningen, in 1974 de woningen te weigeren tenzij zij zich achter de gedragslijn van de gemeente schaart. De heer FROGER; De huurder huurt van de woningbouwvereniging een woning die eigendom is van de gemeente. Het kan misschien niet correct zijn tegenover de woningbouwverenigingen, maar is deze handel wijze wel correct tegenover de huurder die een woning wil kopen? Wethouder VAN DUN; Ik heb al twee maal gezegd dat deze flats eigendom zijn van de gemeente Breda De heer FROGER: De. wethouder zei dat het onelegant tegenover de woningbouwverenigingen is, maar is de thans gevolgde werkwijze niet onelegant tegenover de huurder? Wethouder VAN DUN; De huurder kan op de hoogte zijn van deze eigendomsverhouding. Hij weet dat hij zaken doet met de woningbouw vereniging en niet met de gemeente Breda. Ik vind dat het hem dan dui delijk moet zijn dat z-ijn gedragingen als huurder zich dienen te voegen naar de regels die de woningbouwvereniging stelt. Dit is echter arbitrair. De moeilijkheid bij de besluitvorming van de raad is aan het licht gekomen op het moment waarop huurders conform de raadsbesluiten vroe gen woningen te mogen kopen. Wij hebben ons daarop afgevraagd hoe zich dan de verkoop zou voltrekken. Na het inwinnen van informaties bij de provinciale en rijksoverheid en na gesprekken met de woningbouwvereni gingen zijn wij tot de conclusie gekomen dat de beheerder in eerste in stantie toestemming moet geven dat de betreffende woning wordt verkocht» Daarna volgen de besluiten van de gemeente Breda die de notariële acte passeert en de woning in eigendom overdraagt. Er is duidelijk eerst toe stemming van de beheerder en vervolgens overdracht door de gemeente nodig. Ik kan mij voorstellen dat de raad opmerkt dat een deel van het semi-gemeentelijk woningbezit zich op deze. wijze onttrekt aan de be sluitvorming van de laad. Dat is inderdaad het ge.val. De heer Kroon heeft nu gevraagd of het college bereid is de wo ningbouwvereniging te vragen de gedragslijn van de gemeente Breda over te nemen. Wij zijn daar natuurlijk toe bereid. Vanochtend heb ik een gesprek gevoerd met de voorzitters van de drie woningbouwverenigingen. Met name de voorzitter van de woningbouwvereniging St. Joseph heeft zich bereid verklaard zich achter de gedragslijn van de gemeente testel len als het gaat om de verkoop van woningbezit aan huurders. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 17. bijlage nr. 230 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET TREF FEN VAN NADERE VOORZIENINGEN TER BESTRIJDING VAN WATER OVERLAST IN DF, SOUTERRAINS VAN ENKELE COMPLEXEN ETAGE WONINGEN IN HET HEUVELKWARTIER, ALSMEDE TOT AANPASSING VAN DE HUISRIOLERING.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 730