22 AUGUSTUS 1974 732 22. bijlage nr. 235 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VERHO GING VAN HET KREDIET VOOR HET UITVOEREN VAN VERFWER- KEN AAN DE COMPLEXEN 252 EN 288 ETAGEWONINGEN INDE HOGE VUCHT. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt con form de voorstellen van burgemeester en wethouders onder de agenda punten 18 t/m 22 besloten. 23. bijlage nr. 236 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET AAN GAAN VAN EEN OVEREENKOMST MET BETREKKING TOT ZAND WINNING UIT HET GEBIED "GALDERSE MEREN" MET DE B.V. AANNEMINGSBEDRIJF W. RASENBERG ZONEN TE BREDA. De heer CRUL: Het plan Galderse Meren is nog niet gereed, men heeft wat de recreatieve bestemming betreft de plannen nog niet rond. Uit het voorstel hebben wij begrepen dat de zandwinning voor Prin- cenhage-West prevaleert. Het gaat er niet zozeer om dat er in dit gebied recreatieve voorzieningen moeten worden getroffen, dat staat op het twee de plan. Het gaat vooral om het bouwrijp maken van Princenhage-West. Als wij hiervan uitgaan kun je je afvragen of het niet beter is te wachten tot wij wat meer zicht hebben op de toekomstige ontwikkelingen in het gebied van de Galderse Meren en of het zand voor Princenhage-West niet beter elders kan worden gehaald. Een tweede punt ligt wat moeilijker. Wij gaan er namelijk van uit dat wij zand verkopen aan de firma Rasenberg. Eigenlijk verwerkt Rasen- berg het zand voor de gemeente, door Princenhage-West bouwrijp tema ken en er infrastructurele voorzieningen te treffen. In feite verkoopt Ra senberg het zand dan weer aan de gemeente. Wellicht is deze redenatie verkeerd. Wij zouden echter graag willen weten waarom voor deze weg is gekozen. Rasenberg is een bekend bedrijf in Breda en dit bedrijf zorgt voor werkgelegenheid in een sector waar zulks dringend nodig is. Het is dan ook een goede zaak dat de gemeente daaraan meewerkt. Wij hebben begrepen dat het de bedoeling is het werk onderhands aan te besteden. Wij menen dat de gemeente daartoe eigenlijk niet be voegd is, ingevolge artikel 176 van de Gemeentewet. Er moeten volgens dit artikel zeer bijzondere redenen zijn om tot onderhandse aanbesteding over te kunnen gaan. Wij zien geen bijzondere redenen, maar wellicht heeft het college ze wel gezien. In artikel 26 van de Gemeentewet staat dat bepaalde handelingen aan raadsleden verboden zijn. Daarbij staat onder meer dat zij niet mo gen deelnemen aan levering of aanneming van werk van de gemeente. Indien de raad voltallig aanwezig zou zijn, zouden dan één of meerde re leden van de raad, als zij aan de stemming zouden deelnemen,in strijd handelen met artikel 26? De heer VAN CAULIL: Ik wil graag mededeling doen van de behan deling van dit voorstel in de commissie voor openbare werken. Ik was niet van plan te spreken, maar nu er dieper wordt gegraven dan ik had verwacht voel ik mij gedwongen ook iets te zeggen. Ik dacht aan het spreekwoord: wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in. Als ik de heer Crul goed beluister gaat het om twee werken. Aller eerst het werk in Princenhage-West, het egaliseren en bouwrijp maken

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 732