22 AUGUSTUS 1974 738 De heer G'RUL: Bij het vorige agendapunt over de verkoop van wo ningwetwoningen heb ik al gezegd dat in onze fractie gesproken is over de vraag of de discussie over verhuur en verkoop van woningen nog eens in de commissie voor openbare werken moet worden geopend,, Het colle ge was niet unaniem tegen verkoop en de PAK-fractie heeft zich tegen de verkoop van woningwetwoningen uitgesproken. Nu is er een nieuwe situatie ontstaan doordat ook in de discussie over de Huurnota een aantal zaken zijn aangegeven waardoor de verkoop van woningen wordt gestimuleerd. Daarnaast zal de gemeente door de Huurnota waarschijnlijk met een aantal zaken worden geconfronteerd, waarvan wij op dit moment de gevolgen niet kunnen overzien. Ik heb daarover een gesprek gehad met de wethouder van Economische Zaken toen hij de heer Van Dun verving. Het ging om de situatie in de Koraal straat als gevolg van het feit dat er ineens een groot aantal woningenis verkocht. De. bewoners zijn daar in een bijzonder nare situatie komen te verkeren, terwijl de gevolgen waarschijnlijk door de gemeente, zullen moeten worden opgevangen. Dit alles bij elkaar genomen geeft ons grond voor onze mening dat in de commissie voor openbare werken maar eens opnieuw over deze kwestie moet worden gesproken, mede. in het licht van de motie over de samenwerking met de woningbouwverenigingen, Mijn fractie heeft zich verzet tegen de verkoop van woningwetwo ningen. Nu het besluit zal worden uitgevoerd willen wij er enkele op merkingen bij maken. Mevrouw Paulussen heeft aan het hoofd van dienst van openbare werken verzocht haar nader te informeren over een aantal passages uit zijn brief aan het college van 19 juli 1974. Bij haar gesprek met de dienst van openbare werken werd haar in eerste instantie gezegd dat de zaak zou worden bezien. Later kreeg zij echter een briefje thuis waarbij de gevraagde fotocopie werd meegezonden. In het briefje werd meegedeeld dat de gevraagde inlichtingen over de verschillende passa ges niet werden gegeven. Deze vragen badder» in de commissievergade ring aan de orde moeten komen. Wij gingen er van uit dat de afspraken over het verstrekken van informatie zo ver gingen, dat ook in dit geval informatie zou worden gegeven. In eerdere gevallen is dat ook gebeurd. Wij zouden graag willen horen of deze beslissing, die in overleg met "het gemeentehuis" is genomen --ik neem aan dat hiermee het college is bedoeld inderdaad in de lijn ligt van de afspraken over het verstrek ken van informatie. Omdat wij de gevraagde toelichting niet kregen, konden wij de brief van de directeur van openbare, werken niet geheel begrijpen. De complexen die van verkoop uitgezonderd worden -- daarover gaat het in hoofdzaak -- worden uitgezonderd omdat de "sociaal-maatschappelijke opbouw van de wijk versnippering van deze complexen thans niet toelaat". Wij hebben allerlei vergelijkingen gemaakt om te begrijpen wat hiermee wordt bedoeld. Met de beste wil van de wereld konden wij er niet uitko men, en nu willen wij deze vraag aan het college voorleggen.Wat wordt met deze passage bedoeld? Een ander argument om deze woningen van verkoop uit te sluiten is gelegen in het feit dat er geen aanvraag is ontvangen.Dit argument kan worden gehanteerd als deze woningen inderdaad ten ver koop zijn aangeboden. Wij veronderstellen dat zulks niet is gebeurd,om dat in de brief die in concept bij het voorstel is gevoegd wordt voorge steld de bewoners aan te schrijven. De passage waaruit bleek dat aangepaste woningen voor bejaarden en invaliden buiten de regeling vallen is ons ook niet duidelijk.Wij heb ben erover gesproken, maar wij begrijpen niet waarom deze woningen zouden moeten worden uitgesloten. Wij begrijpen wel dat woningen,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 738