26 AUGUSTUS 1974 753 Wij hebben bij iedereen die er iets van kon weten navraag gedaan naar de recreatie. In de sector jeugd en sport heeft daarover geen over leg plaatsgevonden, althans voor zover het de raadsleden betreft. Wij willen het college dan ook dringend verzoeken dit voorstel terug te ne men, het in de commissie openbare werken en misschien ook in de com missie algemene zaken te bespreken en een onderzoek in te stellen naar de methoden van verkoop en aanbesteding in onze gemeente. Daarna zou het college dan met een nieuw voorstel in de raad terug moeten komen. Mevrouw VAN NES--BRANDS; Ik wil alleen nog even ingaan op het werk dat in Princenhage-West wordt verricht. Eigenlijk blijkt nu dat open bare werken optreedt als aannemer en coördinator en bovendien als op drachtgever. Op het eerste, gezicht vind ik dit een merkwaardige combina tie, terwijl het mij bovendien hoogstonwaarschijnlijk lijkt dat een ge meentelijke dienst als aannemer optreedt. Bij andere werken die worden aanbesteed is dit bepaald niet gebruikelijk. Er dient werk voor de gemeen te te worden verricht en dat werk moet worden aanbesteed. In mijn ogen is er geen kwestie van dat openbare werken dan optreedt als aannemer die gebruik maakt van onderaannemers. Het betoog dat wethouder Van Dun zojuist hield komt mij bijzonder ongeloofwaardig voor gezien in het licht van artikel 176 van de Gemeentewet» Zoals de heer Crul al heeft gezegd is het uitermate verstandig deze kwestie terug te nemen en nog maals in de commissie voor openbare werken aan de orde te stellen. Met het voorstel zoals het nu voorligt kunnen wij niet akkoord gaan. De heer FROGER: Nu ik mevrouw Van Nes heb gehoord komen mijn opmerkingen als aanvulling. Mevrouw Van Nes heeft namelijk gezegd dat de gemeente als aannemer fungeert. In de zin van de wet is dat niet mogelijk. Onlangs hebben wij een beunhazerij-procedure gehad en de gemeente zou in feite niet als aannemer mogen optreden. De wethouder heeft de gemeente ook als coördinator en opdracht gever genoemd en op deze vermenging van werkzaamheden heb ik vroe ger ten aanzien van de directievoering op bouwwerken al eens gewezen. Ik meen dat dit de overheid niet past. Het optreden van een gemeente als aannemer is geen gelukkige zaak. Ter illustratie verwijs ik naar de geschiedenis van de HABO, het bouwbedrijf van de gemeente Den Haag. Het ging hier ook om een soort gelijke gemengde aangelegenheid en wijselijk heeft de gemeente Den Haag geruime tijd geleden besloten hiermee te stoppen. Ik wil u iets der gelijks adviseren. De heer GEENE: Ik wil graag nog eens zeggen hoe ik de hele affai re Galderse Meren heb ervaren. Met uw toestemming wil ik een stukje van de geschiedenis van de Galderse Meren weergeven. Toen er indertijd sprake was van de aanleg van de E10 en de door verbinding van rijksweg 58 naar de E10 dreigde er zandspeculatie te ont staan. Die speculaties dreigden uit de hand te lopen. Wij waren daarvan op de hoogte en wij hebben destijds wethouder Vermeulen gewaarschuwd zodat hij er iets aan zou kunnen doen, door zelf een centrale zandwin ning te entameren. De heer VAN OS; Wie bedoelt de heer Geene als hij over "wij" spreekt? De heer GEENE; Met die "wij" bedoel ik de Grontmij. Iedereen heeft de gelegenheid zand te kopen. Niemand heeft er

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 753