760 26 AUGUSTUS 1974 is gehandhaafd voor de normale subsidie voor Proloog. Wat de verlening van subsidie aangaat hebben wij dus enige tijd. Wij kunnen rustig nagaan wat wij met Proloog willen. In de commissievergadering van hedenoch tend is ook duidelijk vastgesteld dat er ten aanzien van Proloog een be sluit moet worden genomen in verband met de rechtszekerheid van de me dewerkers, Als ik de motie goed lees moeten wij beginnen met in de ver gadering van november, als ook wordt gesproken over het subsidie van 6. 000, - - voor 1975, een definitief standpunt over Proloog te bepalen. Dat standpunt is allereerst afhankelijk van het eigen inzicht van de raad. De motie noemt voorts twee vragen, allereerst over het standpunt van de minister, De minister heeft van Proloog een dringend verzoek gekregen. Ik zeg dit omdat de mogelijkheid bestaat dat de minister in een over vloed van welwillendheid zaken tot zich neemt, waardoor een invloed op het standpunt van de Bredase raad ontstaat. Het is ook mogelijk dat de minister weigert en ook dat zal invloed hebben op ons standpunt. Be zien zal moeten worden of een subsidie van 6. 000, -- voor 1975 dan nog wel zinvol is. Het college kan zich wat dat aangaat geheel met de motie verenigen. Als de raad de motie accepteert zal het college bij de minister aandringen op het bepalen van een standpunt ten aanzien van het verzoek van Proloog, Voor het bepalen van een standpunt door de raad is het ook belang rijk te weten hoe het met de andere subsidiënten staat. Tilburg en Eind hoven hebben een uitspraak gedaan en de raad van Den Bosch spreekt de zer dagen eveneens over Proloog. Voor de besluitvorming in november is een inventarisatie van de meningen in de provincie van belang. Het tweede punt van de motie nemen wij dan ook graag over. Wij zullen de subsidiëntencommissie verzoeken bijeen te komen om de meningen te inventariseren. Wij hebben geen moeite met de motie. Er is echter ten aanzien van de tekst één opmerking te maken. In de aanhef van de motie staat "dat door dit besluit de in gezamenlijk overleg van de Brabantse subsi diënten uitgebrachte adviezen, die beoogden een overgangssituatie te scheppen voor H. Z. T.Globe en Proloog Wij moeten dit re lativeren. De gezamenlijke gemeentelijke subsidies richten zich alleen op de rechtszekerheid voor Globe. Proloog was een zorg voor de provin cie geworden. Ten slotte merk ik op dat deze motie niet de morele verplichting mag opleggen dat wij in verband met de rechtszekerheid van Globe na 1975 nog zullen subsidiëren. Een beslissing daarover dient later door de raad te worden genomen op basis van de gegevens die ik al heb genoemd. De VOORZITTER: Wellicht ten overvloede wil ik u de door mevrouw Paulussen ingediende motie voorlezen: "De raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen op maandag 26 augustus 1974, kennis genomen hebbende van het besluit van provinciale staten van vrijdag 16 augustus 1974, overwegende dat door dit besluit de in gezamenlijk overleg van de Brabantse subsidiënten uitgebrachte adviezen, die beoogden een overgangssituatie te scheppen voor H. Z, T.Globe en Proloog tot 1 september 1977, niet worden gerealiseerd en dat hierdoor de rechtszekerheid van de medewerkers van Proloog in gevaar wordt gebracht, besluit: 1. het college van burgemeester en wethouders op te dragen bij de minister aan te dringen op een standpuntbepaling met be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 760