764 26 AUGUSTUS 1974 vloeien. Om in de behoefte aan recreatief zwemwater verantwoord te voorzien is de reconstructie van "Het Ei" onmisbaar. Het knelpunt wordt gevormd door het moment van sluiting. Ik wil daarover ook nog enkele opmerkingen maken. De sluiting mag niet een te zwaar accent krijgen. Het accent ligt op "tijdelijk". De accommodatie is verouderd en daardoor is een snelle aanpak vereist. Uitstel levert alleen maar een verschuiving van de pro blemen op en die problemen zullen steeds groter worden. De fracties na mens welke ik spreek vinden dat de reconstructie een hoge urgentie moet hebben. Zij zijn van mening dat een snelle aanpak vereist is. Met ge noegen heb ik in de commissie van advies en bijstand voor jeugd, sport en recreatie gehoord dat de tennisbanen kunnen blijven functioneren. Ik neem aan dat dit een min of meer voorlopig karakter zal dragen, zolang de reconstructieplannen nog niet volledig bekend zijn. De C. D.A. - en V. V. D. -fracties voelen zich zeer betrokken bij de positieve gedaanteverwisseling van "Het Ei" naar een in deze tijd pas send en attractief recreatie-object. Voor mij persoonlijk is die betrok kenheid bijzonder groot. Er is in Boeimeer beslist iets moois te maken. Er kan een echt eigentijds bad voor geheel Breda tot stand komen. Ik wil nog een drietal vragen stellen. Ik wil allereerst vragen niet te wachten tot 1975, maar nog dit jaar met de voorbereidingen te begin nen. Laat zo spoedig mogelijk iets zien van de plannen of voorlopige plannen voor de reconstructie. Bij het plan behoren tevens de noodzake lijke reserveringen. Wat mij betreft mag u het voorbereidingskrediet over schrijden, als hierdoor de realisering van de reconstructie voortvarender kan worden aangepakt. Om geen verspreider van verminkte berichten te zijn wil ik nog opmerken dat in de C,D.A. -fractie enkele andere meninge leven. Het gaat daarbij naar mijn oordeel om verschillen in taxaties en emotione le betrokkenheden, die door de heren Veelenturf en Van Banning naar voren zullen worden gebracht. De heer MENSEN: Op 8 maart 1974 is bij de begrotingsbehandeling door de heer Kramer een motie met betrekking tot "Het Ei" ingediend. Het motief voor sluiting was toentertijd hoofdzakelijk gelegen in de fi nanciële positie van de gemeente. Zoals uit het voorstel blijkt gaat het nu vooral om technische onvolkomenheden. In het voorstel wordt nau welijks gerept van het exploitatietekort. In de commissie voor jeugd, sport en recreatie heb ik begrepen dat er een onderzoek gaande is door een stagiaire van N. W. I. T. Het gaat daarbij om de herkomst van de bezoekers van "Het Ei". Het laat zich aanzien dat het overgrote deel van de bezoekers bestaat uit moeders en kinderen uit economisch zwakkere bevolkingsgroepen uit de omgeving van "Het Ei". Dit gedeelte van Breda heeft al een achterstand op het ge bied van sport- en spelmogelijkheden, terwijl de behoefte groot is. De inkomens zijn betrekkelijk laag, de huizen zijn slecht en er zijn veel gezinnen met kleine kinderen. Tevens heeft "Het Ei" voor deze moeders een ontmoetingsfunctie. Breda-West had vroeger de Prinsenpiassen en het "kosteloze". Als "Het Ei" nu wordt gesloten hebben wij geen enkele garantie dat men daar in de komende jaren over een recreatiebad kan beschikken. Het zwembad in Noord is voor deze groepen geen alternatief, omdat de afstand een voudig te groot is, vooral als het om kinderen gaat. Gezien de onveilig heid in het verkeer is het onverantwoord het zwembad in Noord als alter natief voor deze groepen aan te wijzen. Bovendien lijkt dit mij in strijd met de politiek van C. R. M. C. R. M. streeft ernaar de recreatiemogelijk-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 764