772
26 AUGUSTUS 1974
52, bijlage nr, 265
PREADVIES VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS OP EEN AAN
TAL VERZOEKEN VAN SCHOOLBESTUREN OM MEDEWERKING
OP GROND VAN HET BEPAALDE IN ARTIKEL 72 DER LAGER-
ONDERWUSWET 1920 C,Q„ ARTIKEL 50 DER KLEUTERONDERWIJS -
WET,
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt con
form de voorstellen onder agendapunten 50 t/m 52 besloten,
53, bijlage nr, 266
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS MET BETREK
KING TOT HET AANGAAN VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE REGE
LING "STADSGEWEST BREDA",
De heer KROON: Namens de C.D.A, -fractie wil ik graag instem
ming betuigen met het voorliggende voorstel. Het verheugt ons dat de
aanvankelijk bestaande verschillen van inzicht tussen uw college en het
dagelijks bestuur van de regio zijn opgelost, in die zin dat er thans geen
bezwaren meer bestaan tegen verzwaring van de regeling met inachtne
ming van de toezeggingen die door het dagelijks bestuur van de regio zijn
gedaan. Hierbij mag er van worden uitgegaan dat over de uitgangspun
ten zoals zij zijn vermeld in de laatste alinea van de tweede pagina van
uw preadvies volledige overeenstemming bestaat tussen uw college en
het dagelijks bestuur van de regio.
Het behoeft geen betoog dat ook onze raad van mening is dat er
steeds naar moet worden gestreefd te komen tot één gewest West-Brabant,
Door uw college zowel als door de raad werd dit meerdere malen be
klemtoond, Rekening houdend met de feitelijke ontwikkeling van het
ogenblik achten wij de voorgestelde verzwaring van het stadsgewest Bre
da geen onoverkomelijk struikelblok zolang in het overlegorgaan West-
Brabant en met gedeputeerde staten wordt gestreefd naar synchronisering
van de verschillende regelingen. Naar ik meen is daar sprake van.
Ik spreek de hoop uit dat nu, na ruim drie jaar praten kan worden
overgegaan tot daden, waarbij als eerste een intergemeentelijk structuur
plan met spoed ter hand zal worden genomen. Voorts hoop ik dat op kor
te termijn verschillende verzorgingstaken aan het gewest zullen worden
overgedragen, waarbij ik met name denk aan de in verregaande staat
van voorbereiding zijnde intergemeentelijke brandweerregeling, terwijl
ik voorts denk aan de ambulancedienst, de gezondheidsdiensten de school
advies- en begeleidingsdienst.
Moge de regio straks in de nieuwe samenstelling als stadsgewest Bre
da stad en gewest in grote eensgezindheid tot belangrijke besluiten en
daden in staat stellen.
Mevrouw VAN NES-BRANDS; De woorden die de heer Kroon aan het
einde van zijn betoog uitsprak wil ik best onderschrijven. Wij hebben ge
zamenlijk nogal eens over deze kwestie gesproken en meegeholpen om
te bereiken dat in onderling vertrouwen zaken gedaan konden worden. U
weet dat ik mij in de loop van deze raadsperiode, nogal kritisch heb op
gesteld ten aanzien van de coördinatie en het overleg, zoals het is ge
voerd, van de gemeente Breda met de regio. Ik heb daarover bij mijn
interpellatie kritische vragen gesteld. Als wij het nu in ogenschouw ne
men zouden wi j er aandacht voor moeten vragen dat de raad en zijn com
missies duidelijk en in een vroeg stadium worden ingeschakeld bij de be
leidsvoorbereiding, ook ten aanzien van gewestelijke zaken. Ik geloof