774 26 AUGUSTUS 1974 De formulering op pagina 2 van het voorstel als het gaat om het ene gewest wordt algemeen onderschreven. Als voorzitter van de regio heb ik een nieuw initiatief genomen in de richting van het streekorgaan West-Brabant om over de totstandkoming van dat ene gewest verder van gedachten te wisselen. Met name was het mijn bedoeling het contact tus sen de dagelijkse besturen van het streekorgaan West-Brabant en het stads gewest Breda te versterken. Ik heb begrepen dat dezelfde behoefte weste lijk van ons eveneens bestaat, zonder dat men er dezelfde inhoud aan geeft als het stadsgewest Breda. Tot nu toe was men nogal afhoudend, maar ik heb toch de verwachting dat er mogelijkheden zijn. Intussen moe ten wij ons er wel van bewust zijn dat de gewestwet en de daarmee wel licht tegelijkertijd in te dienen structuurschets sterk bepalend kunnen zijn voor de vraag hoe de gewesten er in de toekomst uit zullen zien. Ook al is de gewestwet ingediend, men kan toch sterk bepleiten dat er één ge west West-Brabant tot stand komt. Ik weet niet of ik de heer Crul nu goed heb begrepen. Toen deze kwestie in de commissie aan de orde was heb ik de vraag met betrekking tot artikel 61 toegesneden op de werkzaamheden van de regio Breda. Ik begrijp nu dat de heer Crul graag ziet dat wij overwegen of de vertegen woordiging van Breda als een dergelijke commissie kan functioneren. Ik kan dat op dit moment niet overzien. Het lijkt mij op het eerste gezicht een tamelijk moeilijke constructie. Wij doen namelijk mee in een ge meenschappelijke regeling waarin wij verantwoordelijkheid dragen voor gewestelijke zaken. Als wij dan terugkeren vormen wij een commissie ex artikel 61. Bij een dergelijke commissie denken wij gewoonlijk aan een soort bestuurscommissie. Ik zeg niet definitief "neen" al zie ik de mogelijkheden niet erg scherp, maar in de commissie voor algemene zaken zal ik er zo mogelijk nadere informatie over verschaffen. In de kwesties Etten-Leur en Oosterhout is heel weinig gewijzigd. De besluiten van onze raad moeten bepaald ook aan Etten-Leur en Oos terhout worden meegedeeld en wellicht kan er nog eens een suggestie worden gedaan over deze kwesties verder te praten; overigens lijkt het mij goed ook via andere wegen -- de heer Crul heeft zijn goede diensten al aangeboden de deelname van Etten-Leur en Oosterhout te bewerk stelligen. Ik wil de heer Kroon nog zeggen dat de verzorgende taken inder daad op de rol staan. Ten aanzien van de gezondheidszorg en de school advies- en begeleidingsdienst wil ik meedelen dat de regio via commis sies, die beiden worden voorgezeten door leden van het dagelijks bestuur van Breda, druk aan het werk is uitvoering te geven aan verlangens die in de regio bestaan. De heer GEENE; Ik deel uw vreugde. Vanavond zijn alle ogen ge richt op Breda waar de raad altijd heeft gezegd dat hij contacten met randgemeenten en samenwerking met andere gemeenten op hoge prijs stelt. Vanavond heeft onze raad zijn woorden inhoud gegeven. Ik ben er bijzonder verheugd over dat Breda vanavond een voorbeeld kan zijn voor gemeenten die de grote beslissing nog moeten nemen door "ja" te zeggen tegen het stadsgewest Breda. De VOORZITTER: Het zijn mooie woorden die door ons in daden moeten worden omgezet. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 774