778
26 AUGUSTUS 1974
ik de indruk kreeg dat het op haar enige indruk maakte, ook al komen
wij van dezelfde school. Mevrouw Van Nes heeft zich voor haar raads
werk uitzonderlijk veel inspanning getroost, wat niet gehonoreerd is in
een nieuw raadslidmaatschap. Aan haar werk en inzet voor de publieke
zaak heeft het bepaald niet gelegen»
De heer Van Os was zeker niet één van de meest meegaande le
den van de raad. Hij heeft eens gezegd dat hij bestuurskunde op de fiets
heeft geleerd. Ik wil in ieder geval nog releveren dat hij veel belang
stelling heeft voor het tot stand komen van gemeenschapshuizen in de
stad, waarbij hij zeer direct en actief betrokken is.
De heer Roozeboom is niet uitgebreid in de raad opgetreden,maar
soms was hij wel zeer scherp in zijn korte analyses. Soms kon hij plot
seling iets zeggen met soms allerlei gevolgen. Vermeldenswaard is dat
hij het gemeentelijk voetbalelftal heeft gesponsord. Ik wil hem daarvoor
vanaf deze plaats nog hartelijk dankzeggen.
Mevrouw Willems heeft kans gezien haar huishoudelijk werk, haar
raadslidmaatschap en een studie te combineren. Ik hoop graag dat uhet
leger van sociologen in ons land binnen afzienbare tijd belangrijk zult
versterken. U heeft uitgebreide toespraken gehouden over het onderwijs
en zij zijn steeds prettig en constructief op mij overgekomen.
De heer Nihot is nog maar zeer kort lid van de raad. Zijn ambi
ties gingen uit naar ambtenarenzaken en sport. Hem is niet meer tijd
gegeven zich beter te doen kennen.
U zult begrijpen dat ik een bijzonder woord van waardering wil
richten tot de heren Broeders, De Raaff, Van Dun en Van Graafeiland
en ook nog aan de heer Mans, die met mij de afgelopen periode het
dagelijks bestuur van de stad hebben gevormd. Als gevolg daarvan ont
moetten wij elkaar vrijwel iedere dag. Ik denk hierbij ook met waarde
ring terug aan de heer Melzer die ons college tussentijds verliet en die
op 27 augustus 1973 is overleden.
Bij een eerdere gelegenheid heb ik al eens opgemerkt dat de taak
van een wethouder in een grote stad zeer omvangrijk is. Om het werk
goed te doen is de gehele mens vereist. Het werk van een wethouder brengt
spanningen en emoties met zich mee, die bij de functie behoren. Men
zou zelfs kunnen zeggen dat het werk zonder spanningen en emoties niet
goed gedaan kan worden»
In het college is een grote collegialiteit en vriendschap gegroeid.
Ik acht dit voor een goede taakvervulling niet het enig belangrijke,maar
toch is dit uiterst belangrijk. Dat betekent natuurlijk niet dat tegenstel
lingen moeten worden verdoezeld, maar dat men elkaar door argumen
tatie moet kunnen overtuigen. U begrijpt dat ik met grote spanning naar
de nieuwe samenstelling van het college uitkijk.
Persoonlijk wil ik u als burgemeester en voorzitter van uw raad be
danken voor uw waardering, uw op- en aanmerkingen en voor uw kritiek
en uw prettige persoonlijke benadering.
Bij deze gelegenheid wil ik ook graag de secretaris,de loco-secretaris,
alle ambtenaren en zeer speciaal ook de bode, de pers en het publiek be
danken voor hun inzet en hun belangstelling. Ik wens u graag allen het
allerbeste. (Applaus).
De heer KROON: Voor de laatste maal zal ik als nestor van de raad
een enkel woord spreken, nu de raad in zijn slotzitting bijeen is. Het op
treden van een nieuwe raad in een sterk verjongde samenstelling» helaas
met een kleinere groep dames, betekent voor bijna de helft van de le
den dat zij niet meer aan het bestuurlijke werk in onze stad zullen deel
nemen, deels omdat zij zich niet herkiesbaar stelden en deels omdat de