782 26 AUGUSTUS 1974 onbenut of krijgen zij geen kans? Beide veronderstellingen zijn juist maar in ons maatschappijbeeld staat de rol van de vrouw als moeder en ver zorgster van haar gezin centraal en deze rol wordt centraal gehouden. Blijkbaar is die rol niet te doorbreken. Als de moeder buitenshuis iets doet doet zij dat volgens velen m van haar gezin gestolen tijd. Dit beeld houden wij gezamenlijk in stand. Kijkt u maar naar de woningbouw,waar in het eengezinshuis het ideaal van allen is, liefst met moeder in de keuken. Er zijn hulpmiddelen om dat beeld te doorbreken als men wil. Ik denk aan onderwijs, kinderopvang, experimenten in de woningbouw, materiële gelijkschakeling. Pas als de rol van de vrouw niet meer uit sluitend op moederschap en verzorging gericht is zouden vrouwen ge lijke kansen kunnen hebben» Besturen en veranderen zijn niet te schei den. In dit veranderingsproces ligt voor alle politici een geweldige taak. Er zijn nog maar erg weinig vrouwen die de kansen kunnen benutten.De vrouwen die er zijn moeten een soort plastic jas aantrekken om zichzelf onschendbaar te maken. Als er meer vrouwen mee gaan doen, moeten de mannen een plaats je opschuiven. Met name sommige politieke partijen zouden eraan moe ten werken om de verschuivingen in het maatschappijbeeld, die al te be speuren zijn en die ongetwijfeld sterker zullen worden, getalsmatig in hun vertegenwoordiging tot uitdrukking te laten komen. Helaas is het hier nog niet zo ver. Zoals de volgende week zal blijken zijn er in de nieu we raad nog weer minder vrouwen dan in de oude. De enkele vrouwen in de nieuwe raad wens ik vanuit dit hoekje alvast veel sterkte. (Applaus). De VOORZITTER: Ik. wil de vergadering niet sluiten voordat ik de stenografen, die al onze betogen in zeer ordentelijke verslagen hebben vastgelegd, hartelijk heb bedankt. De dames en heren, met de nadruk op dames, wil ik voor hun werk graag hartelijk denken. De VOORZITTER sluit de vergadering te 21. 40 uur. Druk: B. S»W. - Breda,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 782