3 SEPTEMBER 1974 791 le omstandigheden ook een betere leefsituatie geeft. Ten tweede: de omvang van het huidige grondgebied van Breda -- de Haagse Beemden meegerekend is ruim voldoende. Een betere inrichting van het be staande gebied, waarbij wij vooral denken aan de mogelijkheden die de binnenstad biedt, is een eerste vereiste voor een kwalitatieve verbete ring van het leefklimaat. Ten derde: de bestuurlijke organisatie van Bre da dient zó te zijn ingericht, dat de aandacht in de eerste plaats gericht is op de problemen binnen het eigen gebied. Verder moet men bereid zijn taken, die Breda in het kader van de gewestvorming worden opgedra gen, op zich te nemen. Breda dient niet te streven naar geforceerde schaal vergroting of naar de functie van "hoofdstad" van West-Brabant. Meer be scheidenheid naar buiten en meer aandacht voor de eigen bevolking. Ten vierde: het bestuur moet uitgaan van en gericht zijn op democratisering en spreiding van macht. Dit betekent: a. spreiding van macht en open heid bij besluitvorming zoveel mogelijk nastreven; b. alle inwoners van Breda dienen zoveel mogelijk kansen te krijgen om aan het tot stand ko men van een leefomgeving van goede kwaliteit mee te werken; c. het doorbreken van verouderde maatschappelijke structuren en d. het bestrij den van paternalistische tendenzen bij bestuurders. Ten vijfde: de grote kloof tussen de sterken en zwakken op alle terreinen van het maatschap pelijk leven in onze stad zal voornamelijk door maatregelen van decen trale overheid teniet moeten worden gedaan. Via plaatselijke maatrege len zullen wij hieraan een positieve medewerking verlenen door; a. het nemen van initiatieven en het stimuleren van activiteiten, die tot doel hebben een rechtvaardige spreiding van mogelijkheden voor iedere bur ger tot stand te brengen en b. voorzieningen en activiteiten te matigen, die voor het bedoelde beleidsstreven tegengesteld zouden werken en de gesignaleerde kloof vergroten. Vervolgens kom ik aan de beleidssectorprogrdmma's en wel in de eerste plaats aan het onderdeel Algemene Zaken, waarbij het volgende uitgangspunt geldt. Bij het denken over besturen behoort de democrati sering en spreiding van de macht voorop te staan. Dit vereist een grote openheid naar de burger toe, zowel bij de voorbereiding van de beslui ten als bij de besluitvorming. Algemene Zaken is hierbij het onderdeel waarin dit streven concreet gestalte moet krijgen. De tot dusver moei zaam tot stand gebrachte vormen van openbaarheid zijn grotendeels schijn. Er is weliswaar een stroom van informatie, maar deze is onvoldoende van kwaliteit en samenhang. Bovendien is ze voor bestuurders en burgers niet altijd in een duidelijk leesbare vorm en tijdig beschikbaar. In het den ken en handelen van het huidige bestuur neemt de burger een te beschei den plaats in en zijn mening telt nog te weinig mee. Daardoor heeft hij nog te veel het idee bevoogd te worden. Hij komt er toch niet aan te pas. Hierdoor wordt het kritisch meedenken niet bevorderd, eerder afgeremd. Het bestuur en het beleid zal langs de lijnen die wij in het beleidspro gramma hebben opgenomen een andere inhoud moeten krijgen. Als tweede onderdeel noem ik; Welzijn materieel of "Een stadwaar iedereen graag leeft". Als hoofdpunt geldt voor P. v. d. A. en P, P.R. „dat voor de bevordering van het materieel welzijn zal moeten worden uitge gaan van het groeiende inzicht dat de woning, de buurt met de directe woonomgeving èn de stad als geheel belangrijke factoren zijn in de men selijke activiteiten. Het derde onderdeel is: Welzijn immaterieel of "Waar wij van uit gaan voor het menselijk geluk". Voor progressief Breda houdt het bevor deren van welzijn in het ontwikkelen van creativiteit, kritische zin, po litieke bewustwording en goede verhoudingen van mensen en groepen men sen onderling. Bevordering van welzijn vindt niet alleen plaats via onder-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 791