796 3 SEPTEMBER 1974 den en te dragen, om waar te maken wat in de hoofdpunten van het be leid te lezen valt. Beide partijen zijn ervan overtuigd dat hetgeen zij gaan doen de bedoelingen van de kiezers weergeeft. Beide partijen hebben een eigen identiteit en willen die behouden. Ook dit is eerlijk tegenover de kiezers. Het zal dm niet zo worden, dat in deze raadszaal op onderge schikte punten geen discussies zouden plaatshebben tussen de V, V. D. - fractieleden en de fractieleden van het C. D.A. Wij willen graag de per soonlijke vrijheid en verantwoordelijkheid van ieder raadslid respecteren. Wél hebben de leden van beide fracties de hoofdpunten onderschrevei .zo dat mag worden aangenomen dat daarover in de komende periode geen ernstige meningsverschillen zullen ontstaan. Wij zijn begonnen met lezen en wij zullen eindigen met doen.Nana zorgvuldige overwegingen het beleid voor de komende periode te hebben vastgesteld en voornemens zijnde dit tot uitvoering te brengen, kom ik automatisch tot de kandidaatstelling van de leden voor de uitvoerende macht, n. 1. de wethouders. Ik heb daarstraks al gezegd, dat het gevoer de beleid in de afgelopen periode inzet bij de verkiezingen is geweest en dat wij dat een progressief beleid vonden. Dan is het logisch dat wij ver wachten dat de vorige C.D. A. -wethouders door ons in staat worden ge acht de verdere vernieuwingen, zoals die zijn neergelegd in de hoofd punten van het beleid, door te zetten. Vandaar dat wij niet kunnen ac cepteren in te gaan op het voorstel van de heer Crul om het program en het college in één biok aan de orde te stellen en te kiezen. De fractie heeft mij gemachtigd mede te delen, dat de door de heer Crul voorgestelde C.D.A. -kandidaten deze kandidatuur niet zou den hebben aanvaard, omdat zij op geen enkele wijze hebben kunnen meedenken en meepraten over de samenstelling van de beleidsuitgangs punten noch over de samenstelling van het dagelijks bestuur. Wij kozen onze kandidaten -- nogmaals gezegd na de vaststelling van ons be- leidsprogram en niet omgekeerd. Wij betreuren het overigens, dat de P. v. d. A. en de P. P.R, slechts van drie van onze mensen veronderstel len, dat zij voldoen aan de kwalificaties, zoals zij die op bladzijde 16 opsommen. Veronderstel, dat wij hetzelfde zouden hebben geprobeerd met mensen uit hun gelederen en wij zouden dan bij het woord "con structief" zijn gekomen, aan wie van hen zouden wij dan die kwalifica tie hebben moeten toekennen? Wat dan verder nog opvalt is, dat een kan didaat, die zij zelf naar voren brengen, plotseling een ander mens gewor den is, met andere karaktereigenschappen, met een andere achterban, niet meer constructief, niet meer integer, als deze door ons kandidaat gesteld zou worden. Over duidelijkheid gesproken.' Alles overwegende, lijkt het geen goede zaak bij de verkiezing van de wethouders een andere methode te volgen dan de gebruikelijke. Wij stellen u dan ook voor per vacature een kandidaat te stellen en schrif telijk te stemmen. Uiteraard zouden wij het toejuichen als de P. v. d. A. en de P. P, R, onze kandidaten toch zouden willen steunen. Na deze naar onze opvatting voldoende motivering van ons stand punt heb ik de eer u namens de C.D, A. -fractie kandidaten voor te stel len, die het volle vertrouwen genieten van onze fractie en met praktisch algemene stemmen daartoe zijn gekozen. Bij de kandidaatstelling per vacature zal ik derhalve achtereenvolgens voorstellen als wethouder no. 1 de heer H. Broeders, als wethouder no, 2 de heer A. de Raaff en als wethouder no. 3 de heer J, van Dun, Tenslotte spreek ik de hoop uit, dat u als voorzitter erin zult sla gen met het nieuwe college een team te vormen, dat bereid is een ho ge inspanning te leveren tot heil en welzijn van deze stad.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 796