798 3 SEPTEMBER 1974 De heer DEES; Dan stel ik, dat de gemeente de voorwaarden moet scheppen dat alle burgers zich naar eigen aard en capaciteiten kunnen ontplooien. Dat vereist met alleen dat het voorzieningenniveau voor elke bur ger op een aanvaardbaar peil wordt gebracht. Dat vereist ook niet al teen dat kwetsbare groepen in onze samenleving extra aandacht krijgen, maar dit betekent bovenal dat wordt gekozen voor samenwerking boven polarisatie, verdraagzaamheid boven doctrine, harmonie boven conflict. Kortom, het betekent een beleid waarin alle burgers zich kunnen herken nen. Dit uitgangspunt is naar onze mening het draagvlak van het program in hoofdlijnen, zoals dat na harde arbeid door de fracties van C. D.A. en V. V. D„ is gepresenteerd. Dit programma heeft de grote pretentie, dat het zich niet uitsluitend richt tot de kiezers van C. D.A. en V. V.D. maar dat het zich richt tot de gehele Bredase bevolking. Dat dit programma niet in samenwerking met P. v. d. A, en P.P.R. tot stand is gekomen, betreuren wij ten zeerste, maar dat is niet onze schuld. P. v. d„A. en P.P.R. hebben zichzelf buiten spel geplaatst.Het door ons voorgestane college ontleent zijn bestaansreden niet aan een weigerachtige, houding van C. D. A. of V. V. D. om met de andere twee partijen in deze raad samen te weiken. Oorzaak is de nimmer gemoti veerde onwil van P. v. d. A. en P. P. R. om met C. D. A. en V. V. D. ge zamenlijk om de tafel te gaan zitten. De P.v.d.A. en de P.P.R. hebben altijd de mond vol met termen als betrokkenheid, democratie en medezeggenschap. Wanneer het erom gaat deze begrippen gestalte te geven, wanneer het erom gaat alle frac ties te betrekken bij het dagelijks bestuur van de gemeente, dan geven deze partijen niet thuis. De heer CRUL: Ik zou graag van de heer Dees horen -- ik heb het al vaker aan de V.V.D. maar ook aan het C.D.A. gevraagd -- welke functie hij eigenlijk aan de raad van deze stad toedenkt. De heer DEES; Over de functie van de raad hebben wij geen oor deel te geven. Die is in de wet vastgelegd en daarin staat dat de raad het hoogste orgaan van de gemeente is. De heer CRUL; Waarom hebt u het dan altijd alleen over het col lege? Is dat alleen dat u macht ziet en verder niets? De heer DEES: Ik vind dat u in uw opstelling meer over macht en autoritair gedrag praat, dan dat ik heden in mijn verhaal heb gedaan. Wanneer uw fractie het heeft over betrokkenheid, over democratie en over medezeggenschap, dan acht ik het essentieel dat alle fracties di rect betrokken kunnen zijn, direct medezeggenschap kunnen hebben, niet alleen in de raad maar ook in het dagelijks bestuur van onze ge meente. Wanneer het gaat om het hebben van medezeggenschap enhet dragen van verantwoordelijkheid in het dagelijks bestuur van de gemeen te, dan schijnt u tegen ons te zeggen: Voor jullie is een beetje inspraak genoeg, maar het moet niet in democratie ontaarden. Dat is de stelling- name die u hebt gehanteerd. De heer CRUL; Ik mag de heer Dees straks wel aan zijn woorden her inneren, als het gaat over de samenstelling van de commissies. De heer DEES: Ik vind het erg opvallend dat, waar de heer Crul nooit bereid was om met ons te spreken, hij nu ineens over allerlei on-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 798