3 SEPTEMBER 1974 801 De heer GEENE: Wij stellen voor aan de agenda voor de raadsver gadering van 3 september 1974 toe te voegen het agendapunt: Voorstel tot wijziging van de verordeningen op de commissies van advies en bij stand met betrekking tot het aantal leden van elke commissie,Het voor stel zou dan moeten luiden: "In ieder reglement van de commissies van advies en bijstand ware in artikel 1 te lezen: in plaats van 9 5, en in plaats van 7 5", Gezien de nieuwe samenstelling van de gemeenteraad, waardoor het aantal fracties is teruggebracht tot 4, lijkt het zinvol het aantal leden per commissie te beperken tot 5. Wij stellen dit voor, om dat wij oprecht van mening zijn dat wij, wanneer wij niet overbelast wor den met het aantal commissies, in staat zullen zijn ons beter te concen treren op en te verdiepen in de onderwerpen, die ons dan krachtens de benoeming worden toevertrouwd. Het voorstel van orde, ingediend krachtens artikel 23 van het reg lement van orde, maakt mede onderwerp van de beraadslagingen uit. De heer CRUL: Het is jammer dat de heer Geene als eerste het woord heeft gekregen, want daardoor ontstaan er misschien problemen met de orde; maar dat is üw verantwoordelijkheid. De fractie van P, v, d, A. en P, P,R. is van oordeel dat deel uitma ken van de vaste commissies -- dat zijn de commissies vermeld in de agen dapunten 4 tot en met 21, maar ook wel in agendapunt 3 -- moet worden gezien als het deelnemen aan het stadsbestuur. Dat achten wij vangroot belang. De fractie wil verder volledig, nu deelname in het college niet mogelijk is gebleken, verantwoordelijkheid dragen voor het bestuur van de stad. Dat deelnemen aan het stadsbestuur kan onder meer geschieden door in bedoelde commissies adviezen in te brengen op basis van ons pro gramma en dat in het licht gezien van de functie van de raad als hoogste bestuursorgaan. U maakte zojuist een opmerking die ik niet helemaal heb begrepen, maar wij hechten ook belang aan continuïteit van het be stuur. Ik meen, dat daarover geen misverstand dient te bestaan. De frac tie is van oordeel, dat door het deelnemen in de commissies een raads lid directe informatie krijgt, waardoor hij optimaal kan functionerenen daarom dat functioneren gewaarborgd is. De fractie is echter van mening, dat door de niet evenredige vertegenwoordiging van de fracties in de com missies bedoeld onder de agendapunten 4 tot en met 21 een aanzienlijk deel van het kiezersbestand wordt gediscrimineerd. Wij vertegenwoordi gen 35°/o van het kiezersbestand en dan hebben wij recht op een evenre dige vertegenwoordiging in de bedoelde commissies, want het vergroot eigenlijk de kloof als wethouders ook deel uitmaken van deze commissies. De fractie meent daarom dat buiten de evenredige vertegenwoordiging in de bestuurslichamen naast de vaste commissies het ledental van de vaste commissies van advies en bijstand op 7 gehandhaafd zou moeten blijven. Als argument kunnen wij hiervoor aanvoeren, dat twee fracties van onze kant aan het raadswerk meedoen en dat de taakverdeling inde fracties het best zou kunnen geschieden vanuit dat ledental van 7. De heer Geene heeft gesteld, dat er overbelasting zou kunnen plaatsvinden, maar wij menen juist dat men door wat meer opdelen van werk verbete ring in de situatie kan brengen. Wij willen nog eens nadrukkelijk stellen, dat de situatie waarin wij nu verkeren is veroorzaakt door het feit, dat u als voorzitter van de raad in feite zonder argumentatie -- en dat standpunt werd gedeeld door C. D. A. en V. V. D, -- niet bereid was in het openbaar over deze zaken te onderhandelen, zaken die toch zeker behoren tot de orde en de werk wijze van de raad.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 801