804
3 SEPTEMBER 1974
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering.
Ik ga ervan uit, dat er een ordevoorstel aan de agenda is toege
voegd. Wanneer het aantal leden van de commissies van advies en bij
stand wordt teruggebracht tot 5, dan betekent dit ook om de reden die
ik daarstraks heb genoemd, nl. dat in de eerste zitting van de gemeen
teraad de leden van de commissies van advies en bijstand moeten wor
den benoemd, dat dit problemen oplevert voor de fractie van de heer
Crul, omdat het niet mogelijk is om -- als dit althans wordt verlangd
2 leden aan te wijzen. Nu is het idee geboren om het aantal leden van
de commissies terug te brengen tot 3 en op een later tijdstip weer uit
te breiden tot 5, waarmee de mogelijkheid wordt geschapen om over
leg te plegen wat het aanwijzen van die leden betreft. Ik zou de heer
Geene willen vragen of hij als indiener van het ordevoorstel en zijn
mede-ondertekenaars hiermee kunnen instemmen.
De heer GEENE: Om te kunnen functioneren,willen wij het inge
diende ordevoorstel wijzigen in dier voege dat het aantal leden wordt
teruggebracht tot 3, met de duidelijke toezegging aan de heer Crul
dat wij bij de eerstvolgende gelegenheid, als hij in staat is zijn kandi
daten voor te dragen, een voorstel zullen steunen om het aantal com
missieleden uit te breiden tot 5.
De VOORZITTER: Kan de raad ermee instemmen, dat het aantal
commissieleden nu wordt teruggebracht tot 3?
De heer CRUL: Ik neem aan dat dit de tweede instantie is, waar
in wordt gesproken over de problemen in algemene zin ten aanzien van
de samenstelling van de commissies en waarbij het ordevoorstel van de
heer Geene wordt meegenomen.
Het is de raad en de andere in deze zaal aanwezige burgers mis
schien niet duidelijk, dat er wat de commissies genoemd onder de
agendapunten 4 tot en met 21 betreft geen sprake is van een evenredi
ge verdeling. Dat is het punt, waarover de discussie zou moeten gaan,
zeker als ik daarbij in aanmerking neem dat de heren Geene en Dees
hebben gezegd dat zij vinden dat die evenredige verdeling tot de mo
gelijkheden moet behoren. Dat moet zeker het geval zijn als men het
heeft over programafspraken, maar dat is in genen dele het geval en
ik meen dat het noodzakelijk is om dat aan te tonen. In de regioraad
zijn 6 leden benoembaar, waarbij de burgemeester en het lid van het
college zijn meegerekend. Het voorstel van C. D. A. en V. V. D. is
om ons daarvan 1 zetel beschikbaar te stellen. Dat is, als het gaat
over een fractie die 35 van de raad uitmaakt, natuurlijk een onge
hoord bod, als men hier over een bod mag spreken. Ik vind dat men
bij kwesties, die zo belangrijk zijn voor deze raad, daarover eigenlijk
niet zou moeten spreken maar dat men daarover in het openbaar over
leg zou moeten kunnen voeren. Voor de commissie voor gemeentelijk
overleg geldt hetzelfde. Er zijn 5 leden te benoemen, de progressieven
kunnen 1 lid daarvoor aanwijzen. In het bestuur van het Industrie- en
Havenschap Moerdijk moeten een lid van het college en een lid van
de raad worden benoemd. De fractie van P. v. d. A.-P. P. R. komt er
niet aan te pas en zo is het ook bij het recreatieschap, waarin 2 leden
zijn te benoemen. Ook in de raad van beheer van de N. V. Sportfond-
senbad, waarin 2 raadsleden moeten worden benoemd, is geen plaats
voor P.v. d. A. en P. P. R. Er moeten 2 raadsleden worden aangewezen
voor de voorbereidingscommissie projectteam Hoge Vucht, maar ook