12 SEPTEMBER 1974
821
wegwijs te worden in deze materie de verschillende bestemmingen
die aan het gebied zijn gegeven, de toelichting, de voorschriften, de
aangebrachte wijzigingen de bezwaarschriften, kortom een veelheid
van zaken die uitleg moeten verschaffen bij dit voorstel.
De standsorganisatie van de N. C, 6. en de tuinbouw vereniging
-- beide gevestigd te Pnncenhage waaronder praktisch het gehele
gebied ressorteert, werden in een vroegtijdig stadium in het bezit ge
steld van het ontwerp-bestemmingsplan. Ook verscheidene andere m
stanties, genoemd op blz. 22 van de toelichting, ontvingen dit ont
werp. Overigens stonden wij niet te trappelen van ongeduld om toch
maar eens iets te gaan doen in het agrarisch gebied. B. en w. konden
trouwens mets anders doen dan gevolg geven aan de oproep -- of, zo
men wil, de plicht - om een bestemming aan het buitengebied te
geven, dit op grond van artikel 10 van de overgangswet ruimtelijke
ordening en volkshuisvesting. Het is echter nu eenmaal goed de be
langhebbenden tijdig bij de gang van zaken te betrekken.
Op woensdag 24 juli van dit jaar verscheen er in een veelgelezen
dagblad hier ter stede een artikel, getiteld "Ordening in een landelijk
gebied, een zaak van afwegen van belangen". De aanhef van het ar
tikel zou mijns inziens terecht zijn geplaatst, ware het niet dat bij
degenen die het artikel goed hebben gelezen de indruk moet zijn ont
staan dat de agrarische bevolking in het betrokken gebied de hele zaak
heeft doen vertroebelen. In de vergadering van de commissie voor
ruimtelijke ordening heb ik mij hieromtrent wel anders uitgedrukt, zo
als men zich ongetwijfeld nog zal herinneren. Ik heb echter waardering
voor de wijze waarop bij die gelegenheid de plaatsvervangend voorzit
ter van bedoelde commissie de verdediging heeft gevoerd.
Waarom, zo vraag ik mij af, is de bestemming "landelijk gebied"
nu voor het college "nog net aanvaardbaar" Ware het niet beter ge
weest als het ontwerp dat ter beoordeling aan de diverse instanties werd
toegezonden wat minder omvangrijk was geweest? Was het gewenst
een veelheid van beperkingen op te leggen aan de agrariërs? Bewust
haal ik het ontwerp-plan aan, omdat daarna de vele bezwaren van agra
rische zijde zijn gekomen. B. en w. zullen toch moeten en kunnen
aannemen dat de drieenvijftig rechtstreeks bij de zaak betrokken boe
ren en tuinders nret voor niets in de pen zijn geklommen en gefundeer
de bezwaren hebben ingediend. Vooral wil ik erop wijzen dat niet al
leen zij, maar ook vele instanties het bestemmingsplan deden wanke
len, Men leze nogmaals de toelichting, behorende bij het bestemmings
plan, dit maal blz. 23 t/m 27. Hier geeft de provinciale commissie
voor gemeentelijke bestemmingsplannen haar visie op de bestemming
buitengebied van onze gemeente vijf bladzijden waarin bedoelde
commissie b. en w. wijst op de onvolmaaktheden, de straffe eisen en
de te grote veelheid van beperkingen. Men dient te bedenken dat hier
een commissie in het geding is die wordt versterkt met een veelheid
van deskundigen op allerlei gebieden en dat het college van b. en w.
op haar aandrang een groot aantal wijzigingen moest aanbrengen.
Het voorafgaande diene ter verduidelijKing van de opmerking dat
uit het bewuste artikel in de pers niet moet worden geconcludeerd dat
alleen betrokkenen uit het gebied zelf er de oorzaak van zijn geweest
dat het ontwerp-bestemmingsplan slechts drastisch gewijzigd en ver
traagd aan de raad kon worden voorgelegd.
Afgezien van de kritische opmerkingen die ik wellicht zou kunnen
maken wil ik wijzen op een element dat op de appellanten een goede
indruk heeft gemaakt, namelijk de informatie ten kantore van de