12 SEPTEMBER 1974 823 moeten worden verleend. Wil het college deze bevoegdheid soepel han teren? Wie garandeert mij dat dit zo zal blijven bij het optreden van een eventueel ander college en welke beroepsmogelijkheden heeft dan de aanvrager? De beroepsmogelijkheden bij gedeputeerde staten zijn grotendeels vervallen; de raad blijft dan nog over en aangezien de agrarische stemmen ook dan wel minimaal zullen zijn, doet zich een onoverkomelijk bezwaar voor, wanneer men vrij wil zijn binnen het bouwblok zonder te moeten afwachten of b, en w. van hun vrijstel lingsbevoegdheid gebruik zullen maken. Vervolgens nog enkele korte opmerkingen. Het zal niemand zijn ontgaan dat naar aanleiding van het tot nu toe opgesomde een sterke druk van agrarische zijde is losgekomen. Toch wil ik graag in deze raad zeggen dat de niet-agrarische bevolking van onze goede stad Breda zich volkomen zou vergissen, wanneer zij de mening toegedaan zou zijn dat de boeren en tuinders alles maar opeisen. Ook deze groep van de bevolking heeft oog voor al het mooie en goede dat de natuur ons biedt. De bevolkingsgroep die in het buitengebied is geboren en getogen leeft er vrij en rustig, zij het dat de doorklieving van het ge bied door allerlei nieuwe rijkswegen beslist enige verstoring teweeg heeft gebracht. Wanneer de vraag wordt gesteld waarom alleen aan dacht wordt geschonken aan de bezwaren van agrarische zijde en niet aan die van andere groeperingen of instellingen, is daarop maar één antwoord: er wordt niets aangetast. Rijdt u eens door het gebied en wat is er dan dat u hindert? Liggen de bedrijven niet vredig en rustig in het landschappelijk geheel? Is er soms te weinig aandacht besteed aan erfbeplanting Als dit het geval is, moet ik erop wijzen dat dit te wijten is aan de gemeente zelf. Er is toch een modelverordening van de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten? Ik heb een fotokopie meegenomen waaruit blijkt dat bij het uitgeven van nieuwe bouwver gunningen de eis kan worden gesteld dat tot erfbeplanting wordt over gegaan. De laatste wijziging van bedoeld model dateert van april 1974. Mijn vraag is: hanteren b, en w. deze verordening niet? Moet ik dan uit de pers vernemen dat het als een ernstig gemis wordt erva ren dat geen beplantingsplan voor nieuwbouw in open gebieden kan worden voorgeschreven? Overigens wil ik de betrokkenen bij nieuw bouw of eventuele uitbreidingen niet op hogere kosten jagen, maar met een subsidie van staatsbosbeheer is veel te realiseren, zodat de agrarische bebouwing minder aanstoot zal geven. In een schrijven van de consulent voor akkerbouw en rundveehou derij te Zevenbergen -- onder wie een deel van het buitengebied res sorteert -- alsmede in een bericht van de tuinbouwconsulent te Den Bosch gaat men in op de ontwikkelingen. Als gevolg van gestegen loon kosten en de daaruit ontstane geforceerde mechanisatie heeft men op vele bedrijven te maken met een merkbaar gespannen situatie. Aan passing van bedrijfsgebouwen en produktieomvang kan niet uitblijven en daarvoor zullen vooral op financieel gebied aanzienlijke inspannin gen vereist zijn. Laten wij de potentiële agrarische "blijvers" zo veel mogelijk reële kansen voor de toekomst geven. B. en w. dienen de vrijstellings- en wijzigingsbevoegdheid die zij hebben op dusdanige wijze te hanteren en een dusdanig beleid voeren, dat bij het verstrek ken van bouwvergunningen een minimum aan problemen zal ontstaan voor de agrarische bedrijfsvoering in het gebied waarop het onderhavi ge bestemmingsplan betrekking heeft. Alvorens tot besluitvorming te komen wil ik graag de eerste spre kersronde en het antwoord van de wethouder afwachten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 823