12 SEPTEMBER 1974
827
tussen Breda en Dorst aan de orde. Wordt er in het licht van de door
b. en w. zelf geschetste te verwachten ontwikkelingen -- recreatie
objecten -- niet een oneigenlijke bestemming op dit gebied gelegd?
Welke consequenties heeft dit straks voor de doorberekening in de
grondkosten en de door ons te vragen grondprijs? Waarom wordt afge
weken van het streekplan, waarin is vermeld dat dit gebied een ge
mengde woon-werk-bestemming zou moeten hebben? Waarom over
weegt het college niet de mogelijkheid tot een uitbreiding van de
woonfunctie open te houden, zoals van verscheidene kanten is geopperd?
In dat geval zouden beplante vuilstortdammen als lawaaischermen tus
sen de wegen kunnen dienen, zodat wonen zonder lawaai mogelijk is.
Dit lijkt ons een alternatief dat goedkoper is dan hetgeen straks in de
Haagse Beemden zal worden gedaan.
Op blz. 13 en 24 van hetzelfde stuk komen gronden ter sprake die
zijn gelegen tussen het bungalowpark in Effen en de Hoenderparkweg.
Hierop komt de bestemming "agrarische doeleinden A" te rusten, maar
volgens blz. 24 kan hier te zijner tijd woningbouw plaatsvinden. Ik zou
graag willen weten aan welk soort woningbouw hier wordt gedacht: is
dit sociale woningbouw of opnieuw bungalowbouw Dient men niet nu
reeds speculatie te voorkomen door duidelijke afspraken met de eige
naren te maken over de te zijner tijd geoorloofde prijs?
Op blz. 18 wordt de bestemming "bijzondere doeleinden, catego
rie 2" in het Ruitersbos besproken. Wij hebben vernomen dat voor dit
gebied indertijd renbaanplannen bestonden. Zijn deze plannen er nog
of is het college er wellicht op advies van andere zijde toe gekomen
na te gaan of op deze plaats een andere vorm van recreatie mogelijk
is, waarvan een groter gedeelte van de bevolking zou kunnen profite
ren? In het dagblad De Stem van 19 september 1973 staat dat burge
meester en wethouders in een reactie op een STAR-advies uitbreiding
van de stedelijke bebouwing niet zouden uitsluiten. Gaarne zouden wij
willen worden ingelicht over het standpunt dat b. en w. in dezen nu
precies innemen. Denken zij aan sociale woningbouw of willen zij de
reeds begonnen gettovorming tengevolge van bungalow- en villabouw
voortzetten?
Na dit laatste specifieke punt wil een voorlopige standpuntsbepa
ling van onze beide fracties geven. Naar onze mening zijn eenzijdig
door de druk van de agrariërs wijzigingen aangebracht. Met het oog op
deze wijzigingen en gezien de hoge urgentie die wij evenals het colle
ge aan de vaststelling van dit bestemmingsplan toekennen neigen de
P. v. d. A. - en de P. P. R. - fractie ertoe althans op dit ogenblik te streven
naar amendering van het concept-besluit dat is geformuleerd onder I
en II. Onder I zou onzes inziens moeten staan: "alle bezwaren van ap
pellanten ongegrond te verklaren", onder II "het bestemmingsplan con
form het op 12 september 1973 ter visie gelegde plan vast te stellen".
Door de hier voorgestelde wijzigingen ontstaat naar onze mening geen
vertraging en wordt voorkomen dat zich ongewenste ontwikkelingen
voordoen. Tevens wordt de door b. en w. gesignaleerde afbreuk aan de
optimale ordening tenietgedaan.
Indien ons wijzigingsvoorstel geen kans van slagen heeft, zouden
wij de door de commissie voor ruimtelijke ordening geopperde gedach
te willen omzetten in een voorstel aan de raad om de vaststelling van
het bestemmingsplan op te schorten totdat eerdergenoemde instanties
te weten: de consulent natuurbescherming, de consulent voor open
luchtrecreatie, de Brabantse Milieufederatie en de stedebouwkundige
adviesraad -- zich hebben uitgesproken. Hun opmerkingen dienen als-