12 SEPTEMBER 1974 843 sportieve en recreatieve doel misschien nog wel beter kunnen worden bereikt door een goede plaats in de eerste aivfèie. Ik heb mij door ter zake kundigen laten vertellen dat het bezoekersaantal bij een goede plaatsing in de eerste divisie eerder zou kunnen toe- dan afnemen. Daarenboven zou de club bij een redelijke inspanning -- zonder perma nent op de tenen behoeven te lopen, zonder voortdurend het zwaard van Damocles boven het hoofd te voelen -- een veel gunstiger indruk maken als deze zich -- wat volgens de deskundigen zeker mogelijk is -- van een goede plaats in de eerste divisie verzekert. Het voordeel daar van is het feit dat de subsidie in een ander licht kan worden bezien, waardoor NAC op een meer stabiele basis kan functioneren zonder dat de gunst van de sponsors al te zeer op het eredivisieschap is afgestemd. Bovendien veroorloof ik mij de opmerking dat ik de nadere formulering een min of meer loze kreet acht. Ik kom straks nog wel terug op de fi nanciële situatie van de gemeente. Hoe zouden wij straks kunnen be slissen de steun niet meer te verlenen als wij voor aanmerkelijke som men garant staan, die bij een niet meer functioneren van NAC zeker in belangrijke mate teloor zouden gaan? In hoeverre komen andere verenigingen en organisaties op het ge bied van jeugd en sport dan wel aan hun trekken? Het is bijzonder moeilijk na te gaan welke de financiële consequenties van aanvaarding van uw voorstel voor andere verenigingen en organisaties zijn. Ik ben blij met de vraagstelling van de heer Dees, die heeft gezegd dat het college hier mogelijkerwijs wat toelichting op kan geven. Ik heb ge tracht er achter te komen, maar het is mij niet gelukt. Door de split sing in deelbegrotingen gaat de samenhang verloren, zodat het voor iemand die geen deel uitmaakt van alle commissies onmogelijk is de samenhang te zien. Wel kan men bij een vergelijking van het budget 1974 en het voorlopig budget 1975 vaststellen dat het aandeel voor de dienst jeugd en sport van 9, 45 is teruggebracht naar 7, 99 °Io, wat een feitelijk verschil uitmaakt van ruim 759. 000, --. De verslaglegging van de behandeling van de concept-begroting 1975 van deze dienst maakt de aangelegenheid ook niet duidelijker. Wel is mij daaruit gebleken dat verschillende commissieleden erover klagen dat de samenhang niet te zien is. Ik zou dan ook enkele opmer kingen willen citeren: "Een memorie van toelichting ontbreekt", "Een beleidsvisie wordt gemist", "Men weet zelfs niets over de subsidiëring van NAC" en verschillende leden vragen om informaties. Als men niets of onvoldoende weet, hoe kan men dan de samenhang zien en een oor deel vellen? Ik zou hier dan ook willen herhalen hetgeen ik reeds eer der in een raadsvergadering met betrekking tot het IJ heb gezegd: ik vind het onjuist de subsidiëring en de garantieverlening te behandelen terwijl ieder inzicht op de inpassing binnen de deelbegroting, ook in relatie tot de totale begroting en het wensenpakket, ontbreekt. De vraagstelling, welk belang plaats moet maken om de subsidiëring van NAC op een verantwoorde wijze mogelijk te maken, zal naar mijn me ning onbeantwoord blijven. Eén van de commissieleden heeft bij de behandeling van de con cept-begroting gesproken over "roofbouw" indien alleen aanspraak zou worden gemaakt op de ruimte binnen de deelbegroting van jeugd en sport. Nu zegt de heer Dees dat -- ik weet niet waaraan hij die weten schap ontleent -- de 2 die wij op de begroting hebben gereserveerd mede zou worden aangesproken. Mede gelet op de financiële situatie van de stad Breda en ae verplichtingen die wij op alle mogelijke ter reinen hebben vind ik het onjuist daar nu al voor een aanzienlijk deel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 843