846 12 SEPTEMBER 1974 De heer VAN BANNING: Daar maak ik mij juist zorgen over. Wethouder VAN GRAAFEILAND: Voor degenen die N.A.C. een goed hart toedragen is dat juist geen zoig. Vervolgens kom ik bij de bijdragen van derden. De heer Van Duijl en een aantal andere sprekers menen dat de accountantsverklaring mis schien toch wel voor verschillende interpretaties vatbaar is. De heer Van Banning heeft gevraagd of het bedrag van 102. 160, -- voor een jaar geldt en dat is uiteraard zo. Ik meen dat de tekst daar ook eenduidig over is, want er staat "gedurende vijf achtereenvolgende jaren" en dat betekent dat het genoemde bedrag steeds op één jaar slaat. De heer VAN BANNING: Ik wil erop wijzen dat er staat "geduren de vijf achtereenvolgende jaren tot een totaalbedrag vanƒ.102,160,— Wethouder VAN GRAAFEILAND: Per jaar.' De heer VAN BANNING: Dat staat er niet bij.' Wethouder VAN GRAAFEILAND: Laat het dan bij dezen gezegd zijn. Naar mijn mening is de accountantsverklaring wat dat betreft eenduidig, maar mocht dat niet het geval zijn dan zijn wij er op dit moment in ie der geval uit. Uiteraard is iedere sponsor afzonderlijk vooi een bepaald bedrag verantwoordelijk en heeft hij daarvoor zijn verplichtingen. Het is niet zo dat alles in één grote pot zit en dat men van elkaar verplichtingen over neemt» De risico's die daaruit zouden kunnen voortvloeien lopen wij dus niet. Of de verplichtingen van de sponsors ook aan het eredivisieschap zijn gekoppeld is mij niet bekend, want wij behoeven ons eigenlijk al leen maar met de besluitvorming in deze raad bezig te houden en de spon sors hebben wel de middelen om hun eigen regels daaromtrent te. stellen» Ik zou in dit verband wel op een zinsnede in de accountantsverklaring willen wijzen, waarin staat dat de sponsors gehouden zijn, indien burge meester en wethouders van Breda besluiten de subsidie over het afgelopen seizoen te verlenen, het door hen toegezegde bedrag aan N. A»C» te be talen. Daaruit valt op te maken dat de sponsors dezelfde formulering kie zen als wij. i De heer BECKERS: De wethouder komt met zeer interessante infor matie en licht een tipje van.de sluier op die over de verklaringen en con tracten tussen de sponsors en N.A.C. ligt. Is het misschien mogelijk de raad op dit moment de totale contracten ter inzage te geven? Wethouder VAN GRAAFEILAND: Op deze vraag van de heer Beckers zal ik aanstonds nog terugkomen. De vragen van de heer Van Banning met betrekking tot de in 1939 gesloten overeenkomst kan ik helaas niet beantwoorden» Wellicht staat hij ons toe deze vragen schriftelijk te beantwoorden» Met betrekking tot de bijdragen van derden heeft de heer Van Duijl opgemerkt dat eerst de uitkering van de gemeente zou moeten plaatsvin den alvorens derden bijdragen gaan leveren. Op dat probleem kunnen wij in het vervolg van de besprekingen nog nader ingaan. Intuïtief ben ik van mening dat de gemeente een eigen beleid moet voeren met betrekking tot het moment, waarop zij subsidies ter beschikking stelt. Dan is slechts van belang of de derden zich aan hun verplichtingen houden en niet zo zeer op welk moment zij dat doen. Een subsidieverlaging van de gemeen-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 846