849 12 SEPTEMBER 1974 in deze stad en de mate, waarin via de gemeentelijke begroting in de amateursector wordt gesubsidieerd. De heer Beckers heeft nog gevraagd of het bedrag van ƒ.200.000,— is geïndexeerd. Er is al gesteld dat dit bedrag is voortgevloeid uit het ex ploitatie-overzicht dat de baten en lasten voor de komende vijf jaren weergeeft. Naar mijn mening behoeft men dan niet meer te indexeren, maar als men die taakstellende begroting weet te halen betekent dat dat het bedrag van 200. 000, -- ook voldoende is. De transfers blijven buiten de exploitatie en worden niet in het to tale verband bekeken. Dit wilde ik zeggen betreffende de uitgaven en de plaats waar het geld vandaan komt. Wat betreft de voorwaarden die wij aan N. A.C. stellen kan ik na mens het college zeggen dat ook wij de herrie betreuren -- zoals de heer Dees het uitdrukt -- die rond de voorwaarden is gerezen. Het uiteinde lijk resultaat geldt en wij zijn er in ieder geval uit gekomen. Uiteraard is het de bedoeling dat alle voorwaarden, a, b, c en d nog nader worden uitgewerkt en dat daarop nog een nadere uitleg zal volgen. De vraag hoe de begroting eruit moet zien en de mate van prioriciteit, waarmee het college of de functionaris wordt geconfronteerd, zullen in nader overleg met het N.A.C. -bestuur dat op korte termijn zal plaatsvinden moeten worden bekeken. Alles geschiedt natuurlijk binnen de voorwaarden die in het voorstel zijn opgenomen. Ik ben het dan ook niet met de heer Van Duijl eens dat wij de nadere uitwerking, die wij met betrekking tot voor waarde d met voorrang hebben doen plaatsvinden, in het voorstel zouden hebben moeten verwerken, want eenzelfde uitwerking van de voorwaar den a t/m c zou nog moeten plaatsvinden en ik meen dat het college dit wel aankan. De heer Beckers heeft gesteld dat de nadere informatie die wij aan de leden van de commissie jeugd en sport hebben gestuurd met betrekking tot de nadere uitwerking van voorwaarde d nog onduidelijk is gebleven. Als ik dan verder hoor wat hij te zeggen heeft over de vier mogelijkhe den die een gemeente heeft om op enigerlei wijze te participeren in be sturen dan wel contrQle uit te oefenen op de handelingen van een derge lijk bestuur, begrijp ik niet goed meer waarom de inhoud van de brief onduidelijk zou zijn. Naar mijn mening wordt aan al datgene wat hij vraagt voldaan en ik zou er nog aan willen toevoegen dat de persoon,die volgens hem namens het gemeentebestuur in F. C. Den Haag is gedele geerd, naar onze mening een gewoon bestuurslid van die vereniging is dat zich in ieder geval als zodanig gedraagt. Dit betekent dat hij een zekere bestuursverantwoordelijkheid en -taak heeft, een situatie die wij terecht niet wensen. De heer Beckers heeft nog gevraagd wie dan wel die functionaris moet gaan worden. Deze en andere vragen met betrekking tot de voor waarden komen nog aan de orde en deze aangelegenheid kan ook in de commissie jeugd, sport en recreatie van de nodige belangstelling wor den voorzien. Hiermede meen ik het merendeel van de vragen te hebben beant woord. De heer Beckers heeft nog gewag gemaakt van een zekere parallel liteit in de wijze waarop gemeenten in betaald voetbal participeren.Daar- naast heeft hij aangegeven dat er op het bestuurlijke vlak maar zeker ook in financieel opzicht duidelijke verschillen zijn aan te wijzen. Met na me het landelijk overleg zou hierin een zekere stroomlijn kunnen aan brengen, maar aan de andere kant moet het mogelijk zijn dat een ge meente vanuit haar eigen optiek een zekere keuze maakt. De heer VAN DUUL: Ik wil nog even ingaan op mijn opmerking be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 849