12 SEPTEMBER 1974 851 recht toe in te gaan op hetgeen de heer Van Banning heeft gesteld,doch de portefeuilleverdeling zou ik liever bij een andere gelegenheid behan deld zien. De heer BECKERS: Ik vrees dat wij nog vele gelegenheden zullen hebben om daarop terug te komen. De heer Van Banning is het niet helemaal eens met de beschou wing van zijn fractiegenoten over welzijn; ik heb dat uit zijn antwoord opgemaakt. Zijn benadering kwam op vele punten overeen met het be toog dat ik tevoren had gehouden en dat verheugt mij. Nu kom ik bij het antwoord van de wethouder. De wethouder heeft een technisch verhaal gehouden dat er op neerkwam dat hij het niet nood zakelijk achtte één en ander in het kader van de begroting te behande len. Later heeft hij gezegd waar het geld van N. A.C. vandaan komt.de resterende 85. 000, -- blijken uit de 2% reserve extra activiteiten af komstig te zijn. Dat accepteren wij, maar met de duidelijke kantteke ning dat het op deze manier voor de dienst onmogelijk is activiteiten op ander gebied die misschien net zo belangrijk zijn --in het komende jaar en mogelijk zelfs in de komende vijf jaren uit te voeren. Dat is een zeer bedenkelijk gevolg van het op deze wijze subsidiëren van N. A.C. en wij hadden dan ook liever gezien dat het geld aan de algemene mid delen was onttrokken. De wethouder heeft wat smalend over het bewuste briefje gespro ken. Hij heeft gezegd dat de vragen in de raadsvergadering beantwoord kunnen worden, maar mijn fractie vindt het voor een goede oordeels-en besluitvorming noodzakelijk bij voorbaat zoveel mogelijk informatie te ontvangen en niet, zoals vanavond het geval is, staande de vergadering allerlei wijzigingen op de oorspronkelijke concepten voorgelegd te krij gen. Dan het zeer belangrijke punt van de contracten van de sponsors met N. A.C. Ik stel mij voor daar toch niet zo gemakkelijk van af te stappen, ik zou graag wat meer inzicht in deze aangelegenheid willen hebben en handhaaf mijn suggestie daarop in een besloten bijeenkomst terug te komen. Ik heb straks bij interruptie al een aantal argumenten genoemd, namelijk het feit dat de accountantsverklaring niet waterdicht blijkt te zijn, het feit ook dat aan een besloten vergadering geheimhou ding kan worden opgelegd en dat dan tegen een achtergrond van gezon de argwaan ten aanzien van beloften van het bedrijfsleven als het om steun gaat, waarin ook de gemeente participeert. De heer Dees heeft een betoog gehouden over de steun van de re gio. Hij heeft een vraag gesteld die door zijn fractiegenoot Van Graaf- eiland niet beantwoord is. Ik wil deze vraag herhalen, namelijk hoe het komt dat er na december 1973 niets meer is gebeurd, terwijl zich juist de laatste tijd nieuwe ontwikkelingen in de subsidie rond N. A.C. heb ben voorgedaan. Vervolgens de kwestie van de gedelegeerden. De heer VanGraaf- eiland heeft gezegd dat dit in feite bestuurderen zijn. Misschien is het voor de duidelijkheid belangrijk dat ik even letterlijk citeer wat hier staat: "De gedelegeerde" -- het gaat over de situatie in Den Haag -- "heeft tot taak er op toe te zien dat het bestuur van de instelling, me de met het oog op de financiële belangen van de gemeente, een aan vaardbaar beleid voert, dat de van of met medewerking van de gemeen te verkregen gelden worden aangewend voor het doel waarvoor zij zijn verstrekt, dat het beheer en de controle op het beheer voldoende zijn ge regeld. Behoudens schriftelijke toestemming is het de gedelegeerde ver boden bestuurstaken voor de instelling te verrichten. De gedelegeerde

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 851