85 14 FEBRUARI 1974 VRAAG (gesteld in de raadsvergadering d. d. 19 november 1973). Mevrouw PAULUSSEN: ik zou het college dringend willen ver zoeken voor de behandeling van het preadvies over Breda-Noord in de raad een hearing te organiseren voor de burgerij en de in dat stadsdeel werkende groeperingen en actiegroepen. ANTWOORD. Op 8 februari 1974 zal ten gemeentehuize een bijeenkomst worden gehouden, waarbij het voorlopig standpunt van ons college naar aanleiding van het rapport Hoge Vucht, een onderzoek naar de leefbaarheid in een nieuwe stadswijk en de daarop ontvangen re acties, ter sprake zal komen. Voor deze openbare bijeenkomst zijn naast een aantal gemeente lijke diensten/functies ook een aantal groeperingen - waaronder uit de wijk zelf - uitgenodigd. VRAAG (gesteld in de raadsvergadering d. d„ 13 december 1973). De heer AMERICA: wij hebben een brief van de heer A, A. G. Koevermans ontvangen met de datum 7 september en deze brief is in de oktobervergadering aan de orde geweest als ingekomen stuk waarover preadvies zou worden uitgebracht. De heer Koevermans doet ons een verzoek dat eigenlijk teruggaat tot 20 april 1972. Gaarne verzoek ik het college hieraan, als dat nog niet is gebeurd, op korte termijn aandacht te besteden; de raad heeft hieromtrent nog niets vernomen. ANTWOORD. Het onderhavige stuk is behandeld in de vergadering van de com missie financiën d. d. 7 december 1973 en vervolgens geagendeerd voor de raadsvergadering van 17 januari 1974. VRAAG (gesteld in de raadsvergadering d. d. 13 december 1973). De heer AMERICA: een tweede vraag is dat ik het op prijs zou stellen op zo kort mogelijke termijn ingelicht te worden over de afwijzing waartoe gedeputeerde staten besloten hebben ten aanzien van de toestemming van een flat voor bejaarden in de Geeren-Noord, Indien het niet gebruikelijk is dat een dergelijk onderwerp in de eerstvolgende vergadering bij de ingekomen stukken aan de orde komt, verzoek ik het college mij op andere wijze van een en an der te doen kennis nemen. Ik ben geen lid van de desbetreffende commissie maar ik heb uiteraard wel belangstelling voor deze kwes tie. ANTWOORD. Gelet op het feit, dat de raad voor het betrokken perceel aan de Philips Lammekensstraat een voorbereidingsbesluit heeft genomen, achten wij het reëel, dat de betreffende afwijzende beschikking van gedeputeerde staten, genomen in het kader van artikel 19 van de wet op de ruimtelijke ordening, ter kennis van de raad wordt gebracht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 85