875 17 OKTOBER 1974 Mevrouw PAULUSSEN- Ik moet er namens mijn fractie toch op wijzen dat wij mee willen denken over de haalbaarheid en dat wij bij de te ondernemen studie betrokken willen worden, zoals de heer Crul zo juist heeft gezegd. Omdat de burgers ons -- naar onze mening terecht -- geregeld benaderen, willen wij meedenken en bij de gang van zaken worden betrokken; van daaruit kan de studie in een bepaalde richting gaan. De raad is onzes inziens het hoofd van de gemeente, iets waar van het C. D, A. en de V, V. D, blijkens hun reactie kennelijk nog niet overtuigd zijn. Als het college van mening is dat de studiegroep Gin neken antwoord moet krijgen, kan dit doorgang vinden. Wij menen evenwel dat in verband met de ontwikkelingen op de kortst mogelijke termijn door de raad een uitspraak moet worden gedaan, De heer GEENE: De vraag wie het hoogste bestuursorgaan van de gemeente vormt doet vanavond volstrekt niet ter zake Er is aangebo den dat er voorbereidende werkzaamheden zullen worden verricht en er zullen ons straks stukken worden voorgelegd aan de hand waarvan wij zinnig kunnen discussiëren,. Ik houd niet van wilde discussies, ze ker niet als het erom gaat wie dan ook naar de mond te praten en ten faveure van de eigen partij op een bepaalde wijze te reageren. De heer CRUL: De heer Geene vraagt precies hetzelfde als wij. Wij vragen dat op dit ogenblik wordt besloten dat wij over de verdere ont wikkeling, De heer GEENE: Laat u dan de V. V, D. en het C, D. A. in dit ver band buiten schot, Er zijn bepaalde toezeggingen gedaan, waar wij mee akkoord gaan en waarvan ik aanneem dat zij u ook zouden moeten be vredigen Wat heeft dat te maken met de vraag wie de macht hier uitoefent? Dat is toch helemaal niet aan de orde. De heer CRUL- Ik heb niet over macht gesproken. De raad is het hoofd van de gemeente en op grond daarvan vragen wij om een pread vies inzake Ginneken Ik heb begrepen dat de heer Geene dat ook wil en als het college die taal verstaat, zullen wij nu wel een antwoord krijgen, De heer DEES: Ik meen dat de raad als hoogste orgaan in de ge meente pas een besluit kan nemen, wanneer op deugdelijke wijze voor bereidend onderzoek is verricht. Het is het voorrecht van het college en het ambtelijk apparaat dit voorbereidend werk te mogen verrichten, overeenkomstig de taakverdeling die nu eenmaal in de wetgeving is vastgelegd. Overigens meen ik dat het uit bestuurlijk oogpunt gewenst is dat de besluitvorming zo snel mogelijk tot stand komt, opdat omtrent Ginneken duidelijkheid bestaat, Wanneer raadsleden behoefte hebben de vinger aan de pols te houden en ook in het voorbereidend stadium reeds bij de discussie over Ginneken betrokken te zijn, is het mijns inziens de taak van de commissie van advies en bijstand het college al dan niet op verzoek te adviseren, Het ligt niet op de weg van de raad als instituut daarover reeds in de voorbereidende fase mee te discussiëren; hiervoor hebben wij zelf commissies van advies en bijstand ingesteld, De VOORZITTER: Van de kant van het college kunnen niet meer toezeggingen worden gedaan dan er reeds zijn gedaan, Ik hoef de ge dane toezeggingen naar ik meen niet te herhalen. Mevrouw Paulussen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 875