17 OKTOBER 1974
878
v Schrijven van gedeputeerde staten van Noord-Brabant d.d.
21 augustus 1974 betreffende bezoldigingsmaatregelen
voor de wethouders per 1 april en 1 juli 1974.
w Schrijven van het Provinciaal Bestuur van Noord-Brabant
d.d, 16 september 1974 inzake verdaging vaststelling van
het bestemmingsplan Princenhage-West I.
x Schrijven van het Provinciaal Bestuur van Noord-Brabant
d.d. 19 september 1974 inzake beroep tegen onbewoonbaar
verklaring woning Spoorstraat 33.
y Vervallen,
z Totaal-overzicht woningzoekenden over de maand augustus
1974 van het Centraal Registratie Bureau Huisvesting (met
bijlagen).
Aa Besluiten van de commissaris van politie tot het treffen
en opheffen van tijdelijke verkeersmaatregelen.
bijlage nr. 316
Vervallen.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
3. bijlage nr. 270
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VAST
STELLING VAN HET BESTEMMINGSPLAN "LANDELIJK GEBIED
1973".
De VOORZITTER: Men zal zich herinneren dat wij op 12 septem
ber j. 1. dit bestemmingsplan in eerste termijn hebben behandeld. Het
college heeft toen gevraagd om nader beraad en overleg met de com
missie van advies en bijstand. Ik meen dat wij toe waren aan de be
antwoording in eerste termijn.
Wethouder VAN DUN: Ik vond het bijzonder plezierig dat het be
stemmingsplan "landelijk gebied" nog eens in de commissie voor ruim
telijke ordening kon worden behandeld, omdat daarbij duidelijk is ge
bleken dat wij, hoewel dit een moeilijk bestemmingsplan is, elkaar
beter hebben leren begrijpen. De discussie inzake het bestemmings
plan is een confrontatie van agrarische en van recreatieve en landschap
pelijke belangen. Ik kan tot mijn vreugde constateren dat men min of
meer kan zeggen dat de heer Goos de heer Houben heeft geantwoord
en dat omgekeerd de heer Houben de heer Goos heeft geantwoord. Met
het oog daarop zouden er van de kant van het college weinig opmer
kingen gemaakt kunnen worden. Tegelijkertijd besef ik dat ook de be
antwoording moeilijk is: antwoord ik de heer Goos, dan zal ik soms
de heer Houben aan mijn zijde vinden en antwoord ik de heer Houben,
dan zal ik wellicht de heer Goos naast mij zien. Hieruit blijkt hoe dis
cutabel het plan in verband met de gerezen moeilijkheden is.
Allereerst wil ik reageren op het betoog van de heer Goos. Ik heb
hem horen zeggen dat de boeren en tuinders niet stonden te trappelen