17 OKTOBER 1974
884
ke ordening in de commissie voor de ruimtelijke ordening zullen wor
den behandeld,
In antwoord op de vraag van de heer Houben over de bouwplannen
kan ik kort zijn: er zijn geen aanvragen om bouwvergunningen die op
afhandeling wachten in verband met de lopende procedure van het on
derhavige ontwerp-bestemmingsplan. De juridische draad met dit ont-
werp-plan is verbroken, omdat de vaststellingstermijn is verstreken,
zodat alle aanvragen voorzover in overeenstemming met het plan uit
1958 thans moeten worden gehonoreerd.
Met betrekking tot de opmerking van de heer Houben over het ge
bied tussen de vuilstortplaats en rijksweg nr. 27 zou ik het volgende
willen zeggen. In 1961 is door de raad onder meer voor dit gebied een
bestemmingsplan vastgesteld. Aan het onderhavige terrein is daarin
de bestemming "landelijk gebied 2" gegeven, hetgeen betekent dat
deze gronden bestemd werden voor landbouwdoeleinden, met dien ver
stande dat het oprichten van enigerlei bebouwing niet is toegestaan,
met uitzondering van agrarische opstallen van lichte constructie en
ondergeschikte hulpgebouwtjes. In de toelichting bij het bestemmings
plan van 1961 staat vermeld dat geen permanente bebouwing is toege
staan "aangezien thans reeds duidelijk is dat deze gebieden in de toe
komst voor stedelijke, niet agrarische doeleinden bestemd zullen moe
ten worden zodat een intensivering van de bebouwing niet gewenst is".
In het onderhavige bestemmingsplan is deze lijn doorgetrokken. De raad
heeft wellicht vernomen dat er over wordt gedacht eventueel in deze
omgeving het "Joan Haanappel family park" te stichten.
Ik geloof dat wij op het ogenblik niet moeten spreken over een
alternatief voor de Haagse Beemden. Voorop staat dat het terrein van
de vuilstorting voor woonbebouwing bijzonder ongeschikt is. Voor even
tuele toekomstige bebouwing blijft nog voldoende ruimte over, wel
licht in oostelijke en zuidoostelijke richting. Bij aankoop of onteige
ning heeft de toevallig op het terrein liggende bestemming geen in
vloed op de prijs. Een zeer groot gedeelte van de ter plaatse liggende
terreinen is overigens reeds eigendom van de gemeente.
In antwoord op de vraag van de heer Houben over de situatie-Effen
geef ik toe dat de redactie in de toelichting wat ongelukkig is. De be
doeling is dat juist op grond van het standpunt van de provinciale pla
nologische commissie voorshands zeker niet aan woningbouw wordt ge
dacht. Er zullen voorlopig geen aankopen worden gedaan. Het gebied
wordt, in hoofdzaak uit milieuhygiënische overwegingen, opengehouden.
De toelichting wil slechts zeggen dat het nu onmogelijk is voor eens
en voor altijd vast te stellen dat er nooit woningbouw zal komen. Ik
ben blij dat in de voorschriften en toelichting, deel uitmakende van
het bestemmingsplan "Effen 1974" -- op het ogenblik ter advisering
bij de St. A.R. --, deze gedachte ten aanzien van het bedoelde ge
bied duidelijker tot uitdrukking komt.
De heer Houben heeft een vraag gesteld over de draf- en renbaan.
Er bestaan geen concrete plannen. B. en w. hebben medegedeeld dat
het onzeker is geworden of de draf- en renbaan zal worden verwezen
lijkt. Aan de sociografische dienst is opgedragen een programma van
eisen voor dit gebied op te stellen.
Het zal de heer Houben uit mijn reactie op zijn betoog duidelijk
zijn geworden dat b, en w. er niets voor voelen het oorspronkelijk ter
inzage gelegde ontwerp-plan thans in afwijking tot het onderhavige
voorstel wederom ter vaststelling aan de raad aan te bieden. Het sub
sidiair voorstel van de heer Houben om de behandeling van het plan