895 17 OKTOBER 1974 Bij de heer Goos blijft ten aanzien van de bouwblokken een pro bleem bestaan In eerste termijn heb ik gezegd dat dit systeem nu een maal moet worden gevolgd, maar dat het college beseft dat de omgren zing van een gebied waar men woont, leeft en werkt voor de betrokke nen niet plezierig is. Naar aanleiding van de vraag hoe het college zijn bevoegdheid in dezen benadert wil ik herhalen wat ik in eerste instan tie heb gezegd: binnen het kader van de mogelijkheden die het college heeft zal het college aan bonafide aanvragers loyale medewerking ver lenen, met inachtneming van de gebruikelijke advisering Dit is de toezegging die ik namens het college aan de heer Goos wil doen De heer Houben heeft gezegd dat de bio-industrie vrij baan zou krijgen, ik heb er reeds naar verwezen dat deze kwestie morgen in de ministerraad aan de orde komt, Wanneer hij over woordjes" spreekt en uit het preadvies citeert, is het natuurlijk zeer gemakkelijk bepaal de woorden uit het raadsstuk te halen om vervolgens in de motie aan te geven dat het college zegt dat het plan niet goed is, Als de heer Houben citeert, moet hij evenwel mijns inziens volledig citeren hij moet dan ook de sfeer en de uitspraken van de behandeling in de com missie voor ruimtelijke ordening erbij betrekken In de commissie heb ben wij duidelijk gezegd -- dat heb ik ook toegegeven in mijn betoog in eerste instantie -- dat er, als wij planologisch vrij baan hadden ge had, wellicht uit dat oogpunt een aantrekkelijker plan uit de bus zou zijn gekomen, In de planologie heeft men echter voortdurend te maken met het afwegen van tegenover elkaar staande belangen en ik meen dan ook dat een compromis waarin zowel de belangen van het "groene front" als de belangen van de recreanten zijn veilig gesteld niet onver toonbaar is. Er is op optimale en plezierige manier overleg gepleegd. Omdat het college heeft gezegd dat gedeputeerde staten moeten beslissen, zou het te passief tegenover de patstelling staan. Zoals vaker voorkomt, zijn wij opgescheept met een opdracht van buiten. Aange zien wij bij onze wijze van opereren rekening moeten houden met de motie-Brouwer, met de landelijke wetgeving en met de context die door de provincie is aangegeven, meen ik dat wij op een gegeven ogen blik mogen constateren dat wij binnen die contouren niet anders kunnen handelen en niet verder kunnen gaan dan wij al zijn gegaan, Wij ko men tot een aanvaardbare solutie en wanneer dat iemand niet bevalt, lijkt het mij te rechtvaardigen dat het toetsingsrecht naar onze mening ligt bij degenen die ons hebben opgezadeld met het kader waarbinnen wij moeten werken, Ik meen dat het college terecht deze houding aan neemt en dat deze ons niet kan worden verweten. Ik heb niet gezegd dat in het "groene boekje" dwingende regels worden gesteld, want dat is zeker niet het geval. Het zal echter toch zeker de heer Houben duidelijk zijn dat gedeputeerde staten, wanneer zij een grove lijn en contouren aangeven, straks bij de toetsing waar toe zij geroepen zijn niet aan hun eigen groene boekje" voorbij zul len gaan. Er zijn derhalve geen regels van dwingend recht in het ge ding, maar wij kunnen ons wel een voorstelling maken van de criteria waaraan gedeputeerde staten voorstellen dienaangaande zullen toetsen, De heer Houben heeft, evenals de heer Oomen, gezegd dat het plan uit zijn evenwicht is Als men altijd een maximaal resultaat wil bereiken, zou men dit inderdaad kunnen zeggen,. Wellicht heeft het plan iets aan theoretische waarde verloren, maar het heeft mijns in ziens aan praktische en operationele waarde gewonnen. Wij hebben naar ik meen een plan kunnen opstellen waarbij zowel de recreant als de agrariër zich thuisvoelt; uit het betoog in tweede instantie van de heer Goos heb ik opgemaakt dat hij niet kapot is van deze oplossing,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 895