899
17 OKTOBER 1974
Voor de fracties van P. v. d„ A. en P, P. R. weegt het punt van de
inspraak bijzonder zwaar en wij vragen ons zelfs af of de betrokkenheid
van de bewoners van de omgeving van de Veurnestraat niet nog kan
worden uitgebreid. Onze vraag is of het college bereid is te bevorderen
dat de bewoners ook worden betrokken bij de aanleg, de inrichting en
het onderhoud van de speel- en groenvoorzieningen, wanneer zij dat
op prijs stellen. Zij dienen voorts naar mijn opvatting een belangrijke
stem te hebben bij het bepalen van de soort speelvoorzieningen die zul
len worden gecreëerd. Het is mij opgevallen dat voor dit laatste in het
voorstel nog geen geld wordt uitgetrokken, maar dat hier alleen een
krediet voor groen- en verkeersvoorzieningen wordt gevraagd. Ook de
plankaart bij het voorstel geeft geen uitsluitsel over de definitieve in
richting, Ik hoop dat het college hier nadeie mededelingen kan doen;
in ieder geval is het mogelijk dat de bewoners nog een rol spelen.
Het voortdurend betrekken van de bewoners bij de vormgeving van
hun directe leefmilieu is van grote betekenis, vooral in dit deel van
de stad, maar ook in talloze oude en nieuwe wijken.
Een tweede positief punt vinden wij het feit dat kennelijk in Breda
een begin is gemaakt met het beperken van de aanslag die het verkeer
op de woonomgeving doet. Het verkeer in woonwijken neemt niet al
leen veel ruimte in beslag vooral in oude wijken maar het maakt
de wijken ook onveilig en visueel onaantrekkelijk terwijl het in aan
zienlijke mate geluidshinder en luchtverontreiniging veroorzaakt, In
vergelijking met steden van vergelijkbare grootte heeft Breda een gro
te achterstand op het gebied van speelstraten die geheel voor het ver
keer zijn afgesloten en woonstraten waar de auto onder bepaalde voor
waarden is toegelaten, Is het college bereid het creëren van woon- en
speelstraten in de toekomst met kracht aan te pakken? In het kader van
de stadsvernieuwing zijn interessante mogelijkheden aanwezig, waar
bij ik verwijs naar voorbeelden van verwezenlijking van deze gedach
ten in Delft,
Nadat ik deze positieve punten heb genoemd, wil ik enkele kri
tische kanttekeningen maken. Aan het oorspronkelijke preadvies is la
ter een interessante passage over het projectteam-Hoge Vucht toege
voegd, In de brief van de dienst van openbare werken van 12 augustus,
die aan de stukken was toegevoegd, wordt terecht opgemerkt dat dit
voorstel in het kader van de Hoge Vucht-nota moet worden geplaatst.
Het is het college bekend dat over taak en bevoegdheden van het pro
jectteam nog wordt overlegd. Tevens is bekend dat in de voorbereiden
de commissie een principiële controverse over de reikwijdte van die
toekomstige taak bestaat. De ambtenaren zijn op gezag van het colle
ge hardnekkig van mening dat het projectteam slechts het college mag
adviseren, terwijl de betrokken groeperingen, die de stem van de be
volking verkondigen, menen dat het team ook moet kunnen worden
belast met het uitvoeren van "micro-zaken" zoals bijvoorbeeld de on
derhavige speelgelegenheden. Onze fracties vinden het dan ook vol
strekt onjuist dat zolang de raad hieromtrent nog geen beslissing heeft
genomen het college in het preadvies de inrichting van het micro-mi
lieu bij voorbaat buiten de taak van het projectteam laat. Omdat wij
dit een ernstige zaak vinden.
De heer EISSENS: Zou de heer Beckers niet beter kunnen wachten
tot de voorbereidingscommissie haar advies heeft uitgebracht?
De heer BECKERS:,hopen wij een bevredigend antwoord van
het college te krijgen. Voorzover ik de discussies in de voorbereiden-