913
17 OKTOBER 1974
gen wij onze mening uit binnen het daartoe geëigende kader van de par
tij waarvan wij lid zijn. Hoe in liberale kring over de toekomstige ener
gievoorziening wordt gedacht kan worden opgemaakt uit de standpunten
die daaromtrent door de V. V.D. -Tweede-Kamer-fractie worden inge
nomen bij de behandeling van de energienota op 22 oktober a.s.
Het zal duidelijk zijn dat de V.V.D. -fractie niet bereid is er aan
mee te werken dat de raad een uitspraak doet zoals bedoeld onder de pun
ten 1 en 2 van het ontwerp-besluit. Ook bestaat bij ons bezwaar tegen
het voorstel om, vooruitlopend op een eventueel van rijkswege te treffen
regeling, zelfstandig een apart fonds te openen waarin de "Kalkar-bezwaar
den" een bedrag, gelijk aan de 3 °jo heffing, kunnen storten. In de eerste
plaats is het verrichten of doen verrichten van dergelijk onderzoek name
lijk geen gemeentelijke taak. Voorts komt het ons ongewenst voor dat aan
Kalkar-weigeraars een uitwijkmogelijkheid wordt geboden die ten laste
van de algemene middelen van de gemeente komt. Bovendien kent de
wet op het ogenblik nog geen uitzonderingsregeling voor de tegenstanders
van het Kalkar-project, zodat hun bezwaren tegen het verschuldigd zijn
van de heffing juridisch niet relevant zijn. Daar het hier een door het
rijk aan de electriciteitsbedrijven opgelegde heffing betreft, is het de
taak van het rijk -- en niet van de heffingsplichtige -- door een onthef
fingsregeling aan de bezwaren tegemoet te komen. Dit zou kunnen gebeu
ren door middel van een wetswijziging waardoor een regeling wordt ge
troffen zoals is opgenomen in verscheidene sociale verzekeringswetten
en die er mede in voorziet dat het door de bezwaarden verschuldigde
door het rijk aan de heffingsplichtige bedrijven wordt gecompenseerd. Nu
de minister van economische zaken over een dergelijke regeling in over
leg is getreden met de Vereniging van Exploitanten van Elektriciteitsbe
drijven geeft de V. V. D.-fractie er de voorkeur aan deze ontwikkelin
gen af te wachten. Uit een oogpunt van behoorlijk bestuur lijkt het mij
aanbevelenswaardig dat hangende de totstandkoming van de ontheffings
regeling geen maatregelen tegen de weigeraars worden getroffen. Ik zou
graag vernemen hoe het college hierover denkt. Ik veronderstel dat de
vordering van het energie- en waterbedrijf op de weigeraars onverkort
gehandhaafd blijft, indien een regeling mocht uitblijven en ik neem aan
dat hetzelfde geldt voor zover een regeling geen terugwerkende kracht
zou krijgen. Ook hieromtrent zou ik graag de opvatting van het colle
ge vernemen,
De heer HENDRIKSEN: Van vele kanten bereiken ons als burgers
van Breda en als federatie van fracties van P. v. d, A. en P. P. R. de laat
ste weken berichten van ongerustheid en twijfel over de voltooiing en
inwerkingstelling van de snelle kweekreactor in Kalkar. De ongerustheid,
die langs allerlei kanalen zoals radio, kranten en televisie tot ons komt
is gebaseerd op de volgende punten.
De snelle kweekreactor is niet beproefd op veiligheid. Hoe groot
de kans op een ongeluk is, is niet te zeggen: daarover worden de weten
schapsmensen het onder elkaar niet eens. De ontwikkeling van de snel
le kweekreactor blijkt zó duur te worden, dat in de Belgische en Duitse
regering eveneens stemmen zijn opgegaan om het project te stoppen. De
risico's voor het milieu in de ruimste zin van het woord blijken niet vol
doende onderzocht te zijn. De rol van de internationale ondernemingen
zoals Shell en Siemens is op zijn minst verdacht te noemen. Militair ge
bruik van plutonium is zeer wel mogelijk, hetzij door de N. A.T.O.
hetzij door revolutionaire guerilla-groepen. Dit zijn geen emotionele
argumenten, maar argumenten die door een Amerikaanse commissie