17 OKTOBER 1974
916
thermische reactoren en met de. toetsing van de veiligheidsvoorschriften
die in internationale samenwerking tot stand komen. Wil men evenwel
een werkelijk zinnige discussie voeren over een toekomstig energiebeleid,
dan zouden deze onderwerpen mijns inziens wêl aan de orde moeten ko
men.
De, heer Hendriksen heeft in De Stem van afgelopen zaterdag tot
uitdrukking gebracht dat de initiatiefnemers tot doel hebben het lande
lijk denken over deze materie op gang te brengen. Ik kan mij wel ver
plaatsen in de gedachtengang van de initiatiefnemers. Zij hebben naar
ik aanneem een persoonlijk gevoel van onbehagen doordat er tal van alar
merende berichten op ons af komen, zij signaleren onrust, ook onder de
inwoners van de stad die zij besturen» Wij hebben vanavond naar ik meen
een elftal brieven op onze tafel gevonden: ook dat is een signaal van be
paalde onrustgevoelens onder de burgerij, terwijl ik, zoals de heer Hen
driksen inmiddels al heeft aangekondigd, vanmiddag om vijf uur welge
teld 2.469 handtekeningen heb ontvangen, waaronder enkele van leraren
van de Bredase scholen. Er bestaat mijns inziens overigens een verschil
van mening over deze signalen uit de burgerij. De, heer Hendriksen heeft
de reacties in twee categorieën gekwalificeerd, maar ik zou daar nog
veel meer categorieën bij willen voegen. De één is tegen "Kalkar", de
ander is tegen kernenergie in het algemeen, de derde is het niet eens met
afsluitingen en de vierde spreekt zich uit vóór of tegen een fonds voor ge
wetensbezwaarden, kortom; er is eigenlijk maar één gemeenschappelij
ke noemer waaronder wij al deze signalen zouden kunnen brengen, name
lijk onrust onder de bevolking, die zich op verschillende wijzen manifes
teert. Mijns inziens moet deze onrust worden gedeponeerd op de plaats
waar zij thuishoort.
De federatie van fracties van P. v, d. A. en P. P. R. wil de raad een
uitspraak ontlokken die moet berusten op de opvattingen die in paragraaf
1 en gedeeltelijk in paragraaf 3 van de toelichting zijn weergegeven. Ik
moet er op wijzen dat het uitlokken van een dergelijke uitspraak mijns in
ziens onjuist is, of misschien zou ik nog beter kunnen zeggen: onverstan
dig. De raad zou zich namelijk door het doen van een dergelijke uitspraak
op een terrein begeven dat niet het zijne is en zou later het verwijt te ho
ren kunnen krijgen dat hij zich heeft laten verleiden tot uitspraken die hij
zelf niet kan waarmaken, hetgeen men op zijn minst als "onzorgvuldig"
zou kunnen kwalificeren. Persoonlijk heb ik een gruwelijke hekel aan die
zogenaamde deskundigen die elkaar over de hoofden van het publiek heen
in de haren vliegen, met als enige resultaat uiteraard een terecht gevoel
van onbehagen bij de burgers. Ik kijk dan wel vreemd op wanneer al die
deskundigen -- ik noem nu allen» die over zonne- en wind-energie spre
ken "deskundigen" -- vervolgens het zogenaamd domme publiek verwij
ten dat het zich met zaken bemoeit waar het geen verstand van heeft.In
verband daarmee wil ik geen oordeel uitspreken over de kernenergie en
over "Kalkar", aangezien dit slechts aanleiding kan geven tot spraakver
warring.
Overigens wil ik er op wijzen dat in paragraaf 1 en paragraaf 3 van
de toelichting op het initiatiefvoorstel een niet onaanzienlijke bijdrage
tot deze spraakverwarring wordt geleverd. Er wordt een uiterst beknopt
en enigszins eenzijdig beeld gegeven, dat hier en daar feiten vertoont
die niet geheel in overeenstemming zijn met de waarheid. Mijns inziens
mag een besluit als hier is voorgesteld niet op deze toelichting gebaseerd
worden, omdat het dan zou zijn gebaseerd op onvoldoende inzicht in de
materie en derhalve zou kunnen getuigen van subjectiviteit en emotio
naliteit. Voor een emotionele en subjectieve besluitvorming moeten wij