917 17 OKTOBER 1974 in ieder geval waken. Bovendien moet, zoals ik al heb gezegd, de dis cussie uiteindelijk gevoerd worden op de plaats waar zij thuishoort, na melijk tussen kabinet en volksvertegenwoordiging. Hierbij moet uiteraard worden aangetekend dat de volksvertegen woordiging op de hoogte moet zijn van de gevoelens van degenen die zij vertegenwoordigt. In dit verband zie ik de. mij aangeboden handte keningen als een signaal. Paragraaf 2 van de toelichting op het initiatiefvoorstel heeft be trekking op het Kalkar-project. Aangezien niet iedereen daarmee be kend zal zijn, wil ik even in het kort de historie, behandelen. Op 8 mei 1973 is de wet "financiering snelle kweekreactor" van kracht geworden, waarbij als datum van ingang 1 juli 1973 werd vastgesteld. Op 16 augus tus 1973 is, zoals de heer Taks al heeft vermeld, een raadsvoorstel aan genomen "tot wijziging van de tarieven levering elektriciteit onder la ge spanning". Wat houdt de genoemde wet nu in' In de eerste plaats moeten de elektriciteitsbedrijven sinds 1 juli 1973 aan het ministerie van economische zaken een heffing betalen, gelijk aan 3 over het aan de verbruikers in rekening te brengen elektriciteitsverbruik. De heffing mag worden doorberekend; dit moet echter niet. De wet laat de gemeen ten de vrijheid de heffing te betalen uit bijvoorbeeld de algemene midde len of uit -- zoals Amsterdam heeft gedaan -- een verhoging van de elek triciteitstarieven. De heffing is door het elektriciteitsbedrijf verschuldigd aan het rijk voor de. levering van elektriciteit. De belastingplicht ontstaat derhalve door het uitschrijven van de rekening, hetgeen impliceert dat men in feite meebetaalt aan "Kalkar" zodra men stroom gebruikt. De bijdrage is derhalve dan ook afhankelijk van de omvang van het eigen verbruik. Een laatste opmerking over de wet; deze is democratisch tot stand gekomen, de regeling is voorgesteld door de regering en bekrach tigd door de Staten-Generaal. Wat behelsde nu het raadsbesluit? In Breda praten wij over onge veer 700. 000, Het raadsbesluit is een logisch voortvloeisel uit de wet, die de gemeenten de vrijheid laat de tarieven door te berekenen. Dit is ingevolge het besluit van de gemeenteraad van Breda gebeurd.De heffing, aan het energie- en waterbedrijf opgelegd, wordt doorberekend aan de verbruikers. Ik moet er daarom op wijzen dat het zelfbedrog is te menen dat men niet betaalt aan "Kalkar" als men de heffing van 3 niet betaalt. De bijdrage is reeds voldaan op het ogenblik dat men de nota ontvangt. De instelling van een fonds voor gewetensbezwaarden -- ik kom daar straks nog op terug -- is deihalve voor het oog enigszins strelend, maar wie iets meer van de materie afweet zal alras inzien dat de situatie erdoor wordt versluierd. De Kalkar-heffing wordt toch betaald en daarnaast ontstaat er een schuld bij het Enwa-bedrijf: er is niets mee opgelost. Natuurli jk zou men het standpunt kunnen innemen dat degenen die in Breda om principiële redenen niet willen betalen ook niet hoeven te betalen en dat -- aangezien Breda het rijk wèl. moet betalen -- hetver- schil dan maar ten laste moet worden gebracht van de personen die zich bij het democratische besluit hebben neergelegd en de heffing voldoen. Ik neem aan dat de raad mèt mij van mening is dat een dergelijk besluit om meer dan één reden onverteerbaar zou zijn. Gewetensbezwaarden of personen die, op grond van principiële motieven anders handelen dan de gemiddelde burger, in afwijking van de voorschriften en de wetten, vor men in Nederland zeker geen onbekend verschijnsel. Ik verwijs in dit verband naar de dienstplicht, de sociale verzekeringen en de wettelijke aansprakelijkheid. De bevoegdheid tot anders handelen dient -- dat is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 917