935
21 OKTOBER 1974
punten naar ons oordeel een rol dienen te spelen wanneer men een be
slissing neemt over Kalkar en de Kalkar-weigeraars. De vorige keer is
naar voren gebracht dat bijvoorbeeld de energienota van minister Lub
bers alleen al door haar omvang veel betere informatie zou geven dan
wij hebben gedaan. Ik ben dus schichtig die nota gaan lezen, dat be
grijpt u. Ik had er alleen uit perspublikaties het een en ander over ver
nomen, Die nota lezend krijg ik het gevoel dat daarin onze standpun
ten eigenlijk alleen nog maar worden versterkt. Misschien mag ik en
kele saillante punten naar voren brengen. In de eerste plaats zou de
groei van het energieverbruik volgens minister Lubbers en zijn adviseurs
eigenlijk moeten aaien. Zij stellen zich daarbij maatregelen voor als
bijvoorbeeld een selectieve industriële vestiging, waarbij industrieën
met een hoog energieverbruik mogelijk geweerd zouden worden. Ik
noem dit voorbeeld omdat het industrialisatiebeleid over het algemeen
geen punt is dat men hanteert om het energieverbruik te beperken. Het
industrialisatiebeleid is een heel gevoelig punt, maar kennelijk wil de
minister in ernst proberen dat energieverbruik wat te matigen door op
dat gebied selectie toe te passen. Hij geeft veel meer voorbeelden,
onder andere de tariefsopbouw. Die tariefsopbouw zou nu op een stimu
lering van het gebruik gericht zijn en dat zou veranderd moeten wor
den. Een ander punt heeft ook in het eerste deel van deze vergadering
een rol gespeeld, namelijk de vraag welke beloftes de alternatieve e-
nergïebronnen -- bijvoorbeeld zonne-energie -- ons doen. In de ener
gienota is een vrij uitvoerig hoofdstuk aan alternatieve bronnen gewijd
en ik heb gezien dat de prognoses wat dat betreft helemaal niet zo
slecht zijn. De minister komt daar in zijn samenvatting ook op terug.
Tot 1985 zou de bijdrage van bijvoorbeeld zonne- energie niet al te
groot zijn, maar na 1985 zou een zeer substantiële bijdrage verwacht
kunnen worden. Ik meen dat dit min of meer in strijd is met een aan
tal opmerkingen dat door andere fracties is gemaakt. Ook wat dat be
treft heb ik het gevoel dat de energienota onze opvatting steunt in
plaats van de opvatting van die fracties.
Een ander punt is de kernenergie. De energienota verwijst naar
een eerder uitgekomen nota over ae veiligheid van kernenergie, die
als bijlage is opgenomen. Daarin kan men eigenlijk alle problemen
die tot nu toe hebben gespeeld terugvinden en kan men tevens zien
dat voor al die problemen geen oplossingen, wel regelingen zijn gevon
den. Bijvoorbeeld: hoe moet een energiecentrale worden gebouwd? Daar
zijn regelingen voor. Hoe moet het vervoer plaatsvinden? Met rif zon
der politie met zwaailicht? Daar zijn inmiddels ook regelingen voor.
Eén ding is voor ons wel verontrustend, namelijk de vraag of de kern
centrales zich ook aan de regelingen zullen houden. Ik ben ervan over
tuigd dat de regelingen zorgvuldig zijn opgesteld door de mensen, die
de aangelegenheid op dit moment proberen te overzien. Ik ben er ech
ter niet helemaal van overtuigd dat de kerncentrales zich in alle ge
vallen zullen houden aan de verwachtingen en daar heb ik wel wat
problemen mee.
Minister Lubbers spreekt in zijn nota over de nadelige kenmerken
van kernenergie, die veiligheidsproblemen zouden geven welke alleen
met een goede internationale controlestructuur kunnen worden opge
lost. Ik vraag mij af boevei de minister op dit moment met dergelijke
veiligheidsmaatregelen in internationaal verband is gevorderd. Alweer
bekruipt mij het gevoel dat er met de kernenergie heel wat loos is.
Men kan daar natuurlijk verhullende zinnen over schrijven zoals profes
sor Latzko in één van de bijlagen van de energienota doet, maar daarmee