93 14 FEBRUARI 1974 nen inlichtingen hebben aangetoond dat een renovatie voor ƒ.15.000,-- per woning nog nooit eerder in Nederland is vertoond. De heer Van Duijl heeft er op gewezen dat reeds in 1970 is gevraagd naar de toestand van het elektrisch net in de onderhavige wijk. Naar mij is medegedeeld moet waarschijnlijk het gehele net worden vernieuwd. Zo als men misschien weet, verloopt de voeding op dit ogenblik nog via de ENKA en wanneer de woningen door de ENKA zijn overgedragen, zal der halve een nieuwe voedingskabel naar de wijk moeten worden gelegd, waar mee volgens mijn inlichtingen een bedrag van 64. 000, -- gemoeid zal zijn. Voor het laagspanningsnet zou daar nog eens een bedrag van ƒ.145.000,-- bijkomen, terwijl voor de straatverlichting een bedrag van ongeveer ƒ,50.000,— zou dienen te worden uitgetrokken. Een en ander resulteert in een bedrag van 258.000, Met betrekking tot het gas konden mij geen nadere ge gevens worden verstrekt, zodat ik daarvoor een post pro memorie heb opge nomen. Ten aanzien van riolering, bestrating en beplanting moet men er van uitgaan dat een volkomen nieuwe riolering moet worden aangelegd. De ou de riolering mondt nog steeds in de Mark uit, zodat een omlegging en een aansluiting op het nieuwe rioleringstelsel tot stand moeten komen. Dit al les zal met het verwijderen van de bestaande verharding en de aanleg van nieuwe verhardingen, alsmede de aanleg van beplantingen, in totaal een bedrag van ongeveer 500. 000, -- vergen. Alles bij elkaar opgeteld ontstaat een bedrag van 2.208.000, Wanneer men rekening houdt met bijkomende kosten zoals renteverlies, kosten van uitvoering en toezicht en B. T, W. ad 192. 000, -- komt men tot de conclusie dat de totale kosten zeker 2.400. 000, -- zullen gaan bedragen. Dit komt neer op 30. 000, -- per woning. Men zal het met ons eens zijn dat een dergelijke investering niet verantwoord is, gezien de plaats van de woningen en de geringe mogelijkheden die zij bieden. Zelfs na de thans onderzochte renovatie zal men nauwelijks een woonge not kunnen bereiken dat is aangepast aan de eisen van deze tijd. Zonder rekening te houden met eventuele subsidies van het rijk en gemeentelij ke bijdragen kan worden berekend dat de woningen in deze toestand een huur van 300, -- per maand zouden moeten opbrengen, hetgeen ons on verantwoord lijkt. De heer CRUL: Voordat ik overga tot de bespreking van het preadvies, wil ik enkele opmerkingen maken over de bezetting van de Gildewijk, het rapport van de werkgroep en de rol van de ENKA en de gemeente in de zen. In onze contacten met de werkgroep alsmede uit publikaties van de zijde van de bezetters en de werkgroep is gebleken dat men tot bezetting en de daarmee samenhangende acties is overgegaan uit maatschappelijke bewogenheid. Bij alle acties heeft dit motief naar onze mening vooropge staan. Men was van mening en is nog steeds van mening dat het onjuist is dat bij de heersende ernstige woningnood nog redelijke huizen -- althans in de situatie waarin deze zich bevonden -- moesten worden gesloopt. De betrokkenen hebben hun verontwaardiging daarover en hun oordeel gepre senteerd op een wijze die naar onze mening acceptabel is. Voor de actie was een aanwijsbare reden aanwezig en alle activi teiten werden zoals opgemerkt op acceptabele wijze bedreven. De steun die men van groeperingen in de stad en van politieke partijen heeft onder vonden moet onzes inziens het gemeentebestuur aangaande zijn slooppoli- tiek -- ook wanneer het indirect bij de gang van zaken betrokken is -- tot nadenken stemmen. Onze verdere plannen voor sloop zullen wij moe ten afstemmen op duidelijke advisering van de zijde van de burgerij en de gevolgen daarvan zullen wij moeten afmeten aan de hand van de leef-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 93