941 21 OKTOBER 1974 ze oppositie op duidelijke motieven is gegrond vinden wij het een juiste en oirbare aangelegenheid. De VOORZITTER- Ik zou nu graag zien dat de heer Welschen zijn betoog vervolgt. De heer WELSCHEN: Dat betoog kan verder vrij kort zijn. De VOORZITTER: Graag! De heer WELSCHEN Sorry. Ik hoop dat hetgeen u zegt geen waar- de-oordeel inhoudt? De VOORZITTER: Neen, zeker niet. De heer WELSCHEN: Fijn, dank u wel. Op dit moment lijkt een aantal verschillen van mening naar voren te komen. Na de argumenten vóór en tegen die ik tot nu toe heb gehoord heb ik de indruk dat die verschillen voor een groot gedeelte te wijten zijn aan het feit, dat de mensen die de motie hebben ingediend niet voldoende op de hoogte zijn. Ik vind dat op zich geen probleem want dat gold voor de meesten van ons, maar wel vind ik het een probleem dat de raad van Breda een motie gaat aannemen die tegen de achtergrond van de energienota, waar de raad de vorige keer mee schermde, vrij onlogisch is. Ik hoop dat het mogelijk is daarover straks nog tijdens de schorsing te praten. Met pijn in het hart moet ik constateren dat hier en daar toch een probleem schuilt in de zakelijke discussies. Wij hopen werkelijk dat de beslissingen over deze voorstellen in verband met Kalkar genomen zullen worden op basis van de zakelijke overwegingen die op tafel zijn gelegd en niet op basis van politieke emotionaliteit, bijvoorbeeld het al of niet hebben van een afspiegelingscollege. Hopelijk kunnen wij vroeg of laat -- liefst nu -- voorkomen dat aie tweespalt steeds auto matisch in deze raad optreedt. De argumenten zullen door de verschil lende fractieleden afgewogen moeten worden en op basis daarvan zal men een beslissing moeten nemen. Overigens kan ik u mededelen dat ik daarin wel enig vertrouwen heb. De VOORZITTER: Ik heb het woord "schorsing" horen vallen. Van zelfsprekend dring ik daar niet op aan, maar bestaat er behoefte om nu tot een schorsing te komen? Anders ga ik u voorstellen doen met be trekking tot de besluitvorming. De heer WELSCHEN: Ik neem aan dat ik duidelijk had moeten zeg gen dat ik een korte schorsing op prijs zou stellen. De VOORZITTER- Hebt u enig idee hoe lang deze schorsing zou moeten duren? De heer WELSCHEN: Enige minuten. De VOORZITTER: Dat is zeker toegestaan. Ik schors de vergade ring voor enige minuten. SCHORSING.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 941