21 OKTOBER 1974
942
De VOORZITTER- Ik heropen de vergadering en zou graag mijn
voorstel met betrekking tot het initiatiefvoorstel, de motie en de cor
respondentie op tafel willen leggen, tenzij zich in de pauze nieuwe
ontwikkelingen hebben voorgedaan. Is dat zo, mijnheer Welschen?
De heer WELSCHEN: Ik heb tot mijn spijt geen nieuwe ontwikke
lingen kunnen constateren.
De VOORZITTER: Dat is jammer. Wij zullen nu de volgorde van
de besluitvorming proberen vast te stellen. Aanvankelijk had ik nogal
wat twijfels over die volgorde, maar na alles wat in tweede termijn is
gebeurd lijkt het mij zeer voor de hand liggend dat ik gewoon artikel
29 van het reglement van orde toepas. Eerst zal stemming over de mo
tie plaatsvinden, daarna over het voorstel zelf en dan doe ik u tenslotte
een voorstel met betrekking tot de afhandeling van de adressen.
De heer HENDRIKSEN: Namens de federatie van fracties van P.v. d. A.
en P. P.R. zou ik graag een stemverklaring willen afleggen.
Wij hebben niet kunnen constateren dat er bij C. D.A. en V. V. D.
werkelijk ongerustheid bestaat ten aanzien van de Kalkar-problematiek.
In de motie wordt geen wezenlijke druk op de regering uitgeoefend en
het principe van de gewetensbezwaarden wordt niet erkend. Op grond
van deze feiten zijn wij tegen deze motie.
Vervolgens wordt de motie-Van Duijl in stemming gebracht en met
23 tegen 12 stemmen aangenomen.
VOOR stemmen- de heren Geene, Visser, Dees, Van Asseldonk,
Taks, Van den Wijngaard, Ten Wolde, De Raaff, Sandberg, Van
Graafeiland, Van Duijl, mevrouw Van Rooij-van den Heuvel, de he
ren Lambregts, Gielen, Kramer, Veelenturf, Van Banning, Broeders,
Goos, Van Dongen, Suurmeijer, Eissens en Koertshuis.
TEGEN stemmen- de heren Brummelkamp, Beckers, Jongeneel,
mevrouw Stutterheim-Edeling, de heren Hendriksen, Martens, Van
Male, Welschen, Dreef, Oomen, Crul en Kaarsemaker.
De VOORZITTER: Ik stel u voor vervolgens over te gaan tot stem
ming over het initiatiefvoorstel van de heer Welschen en anderen.
De heer CRUL- In het overleg tussen de fracties is een afspraak ge
maakt over het toezenden van zowel het initiatiefvoorstel als motie
en debat aan het Parlement. Het mededelen daarvan is even in de ver
drukking geraakt en ik weet dan ook niet of het zonder meer mogelijk
is.
De VOORZITTER: Ik begrijp dat u alles aan het Parlement wilt
toezenden. Mag ik daarop direct na het nemen van de besluiten even
terugkomen? Ik stel voor nu eerst een decisie te nemen met betrekking
tot het initiatiefvoorstel zelf.
Hierna wordt het voorstel in stemming gebracht en met 23 tegen
12 stemmen verworpen.
TEGEN stemmen: de heren Geene, Visser. Dees, Van Asseldonk,