949 21 OKTOBER 1974 15. bijlage nr. 326 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS OM DE SUB SIDIERING VAN DE MILITAIRE TEHUIZEN IN DEZE GEMEENTE TE BEëINDIGEN. De heer KAARSEMAKER: Wat opvalt in het preadvies inzake de beëindiging van de. subsidiëring van de militaire tehuizen in Breda,zo als dat is neergelegd in bijlage 326 van deze raadsagenda, is dat het louter en alleen is gebaseerd op financiële argumenten. De maatschap pelijke en sociale aspecten van de zaak komen in het preadvies niet aan de orde. Uit het preadvies blijkt dat het college de Centrale van Katholieke Militaire Tehuizen en de Koninklijke Nederlandse Militaire Bond "Pro Rege" naar hun standpunten heeft gevraagd. Beide verenigin gen waren niet gelukkig met de stopzetting van de subsidie, maar het college achtte de bezwaren die door deze verenigingen te berde werden gebracht niet opportuun. Ik kom hier straks nog op terug. De fracties van P. v„ d. A. en P. P. R. vragen zich echter af waarom in deze kwestie niet ook een advies is gevraagd aan de belangenvereniging van de dienst plichtige militairen, de V. V. D. M. Graag zouden wij van het college de reden hiervan vernemen. Door de fracties van de P„v. d. A. en de P. P.R. is de V. V. D. M. wél benaderd en deze altijd alerte vereniging heeft middels een brief als volgt gereageerd: "Gehoord hebbende het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda omtrent het beëindigen van de subsidiëring van de militaire tehuizen te Breda, deelt de V. V. D.M. u het volgende mede. Zij maakt bezwaar tegen het door burgemeester en wethouders gebruikte argument van de verbeterde inkomenspositie van de dienstplichtigen, daar de wedde van dienstplichtigen nog ver bene den het minimumjeugdloon ligt. Zij vraagt zich af of de indieners van het voorstel op de hoogte zijn van de vrijetijds-bestedingsmogelijkheden van de in Breda gelegerde dienstplichtigen. Zij wil hiervoor het volgen de onder uw aandacht brengen. De kantine van de Chassékazerne is een meer dan ongezellig lokaal en de filmzaal is voor recreatief filmgebruik afgekeurd. Zij dringt er daarom op aan de. subsidie tot 1 januari 1976 te continueren en binnen zo kort mogelijke tijd in overleg met de V.V.D.M. te zoeken naar de beste manier om deze subsidie, welke onzes inziens wel eens verhoogd zou kunnen worden, te besteden voor de opvang van de dienstplichtigen in Breda". De fracties van de P.v. d. A. en de P. P.R. zouden van het colle ge. willen vernemen welke argumenten in 1962 hebben geleid tot. het ver lenen van subsidie en waarom deze argumenten anno 1974 niet meergel den. Heeft het college een onderzoek ingesteld naar de mogelijkheden die de dienstplichtige militairen in Breda hebben om hun vrije tijd door te brengen? In onze visie vervullen militaire tehuizen een maatschappe lijke functie. Dienstplichtigen w orden uit hun vertrouwde omgeving weg gehaald voor de vervulling van de militaire dienst, In een maatschappij die van haar jongeren verlangt dat zij een militaire, dienst vervullen, waardoor zij hun sociale contacten voor een belangrijk deel moeten los laten, zou men eigenlijk van de burgers mogen verwachten dat zij hun deuren open zouden stellen voor de opvang van deze mensen. Een idea le situatie zou bereikt zijn wanneer in de gemeenten, waarin militairen zijn gelegerd, opvanggezinnen beschikbaar zouden zijn. Mensen, die hun deuren openzetten voor dfe dienstplichtigen die hun vrije tijd eens anders willen doorbrengen dan op de kamer of in de kroeg. Ter informa tie; in Den Helder functioneert een dergelijk systeem. Nogmaals, dit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 949