21 OKTOBER 1974 954 omdat men nooit weet wat hij in welke hoedanigheid heeft gezegd. De informatie naar de raad toe was nooit optimaal en wordt ook nu weer door rolverwarring doorkruist. Toch moet de raad, afgaande op de ad viezen van de heer Broeders over begroting, beleid, contr61e en derge lijke van de Schooladviesdienst, een uitspraak doen. Het antwoord van het college met betrekking tot deze punten is ons uit het verleden wel bekend. In het verleden heeft het college namelijk meermalen gezegd dat de vertegenwoordiging van de raad in de Schooladviesdienst slechts een formele aangelegenheid is, omdat de Schooladviesdienst door het on derwijs wordt gedragen. Voor ons is dit evenwel een politieke kwestie en als er een vertegenwoordiging uit de raad wordt gekozen zoals de Ge meentewet voorschrijft, dient dat een juiste te zijn. Het onderwijs is geen zaak van het onderwijs alleen, want het is een maatschappelijk ge beuren van groot belang voor de vorming van het kind waarover de ver tegenwoordigers van de burgerij het hunne hebben te zeggen. Een tweede kwestie die nauw met dit benoemingsvoorstel samen hangt, nam op 3 september jongstleden een aanvang. De federatie van de fracties van P. v. d.A. en P. P. R. weigerde toen aan verschillende commissies deel te nemen, op grond van het feit dat onzes inziens vol komen onjuist was omgesprongen met de algemene opvatting dat com missies naar evenredigheid dienen te worden samengesteld. Zeer tot onze spijt bestaat de toen gecreëerde situatie nog steeds. De verschillende partijen in de raad onderhandelen sinds 3 september over deze evenredi ge vertegenwoordiging en waarschijnlijk kan binnenkort een afronding worden verwacht. Bij de besprekingen over een evenredige vertegenwoor diging in de zogenaamde "niet vaste" commissies speelt ook de verte genwoordiging van de raad en onze federatie in de Schooladviesdienst een rol. Over onze vertegenwoordiging en de procedure om deze te be werkstelligen zijn principe-afspraken gemaakt. Naar onze mening is het onjuist dat vooruitlopend op de onderhan delingen van de drie fracties thans de heer Broeders namens de raad zal worden benoemd. Het komt ons voor als zou het college niet van de on derhandelingen op de hoogte zijn en de procedures automatisch laten ver lopen zonder deze aan een veranderde situatie aan te passen. P. v.d, A. en P. P. R. verzoeken derhalve het college de sfeer van de onderhandelingen niet te beïnvloeden en het voorstel terug te nemen totdat de resultaten van de onderhandelingen bekend zijn, waarna een de finitief voorstel aan de raad kan worden gedaan. De heer GEENE: Ik vind het jammer dat de heer Hendriksen van avond spreekt over kwesties waaromtrent hij beter zou kunnen weten in welk stadium zij verkeren; hij heeft het overleg trouwens ook aan ande ren gedelegeerd. Het zou wenselijk zijn dat hij niet zou proberen dat overleg te doorkruisen. De Schooladviesdienst is een goed instituut en ik meen ook niet dat daarover in deze raadszaal verschil van mening bestaat. De spil om wie alles steeds heeft gedraaid en om wie alles nog steeds draait,de man die met ongelooflijk veel geduld de Schooladviesdienst op gang heeft ge bracht met een ontstellend groot geloof in het uiteindelijk slagen, moet gewoon de kans krijgen de aangevangen taak verder gestalte te geven. Hij moet ook de kans hebben zijn aandeel te blijven leveren teneinde deze dienst verder uit te bouwen en een regionaal karakter te geven. Mijns inziens is dit ons aller doel en streven en onze fractie gaat dan ook graag akkoord met uw voorstel de heer Broeders, lid van onze raad, opnieuw in de Schooladvies- en begeleidingsdienst te benoemen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 954