963 21 OKTOBER 1974 Dees, dat door de heer Geene is ondersteund, voelt mijn fractie er voor ons voorstel voorlopig terug te nemen. Wij willen dan de kwestie met V.V. D„ en C, D, A. bespreken, zij het niet in de geëigende commis sies omdat wij daarin niet vertegenwoordigd zijn. Vervolgens kan dan dit punt in november opnieuw aan de orde worden gesteld. De heer DEES: Ik kan mij wel verenigen met de formulering die de heer Van Male heeft gekozen. Hij heeft onder andere gezegd dat de kwestie bijvoorbeeld in de vergadering van november aan de orde kan worden gesteld. Zelf wil ik niet uitsluiten dat het ook een ander tijd stip kan worden, maar als het nader overleg met de fracties primair staat kan ik mij daarin geheel vinden. De heer GEENE: Ik ben het er ook mee eens. De VOORZITTER: Dit initiatiefvoorstel zal dan boven de markt blijven hangen, zodat het terug kan komen, wat mijns inziens wel af hankelijk zal zijn van de ontwikkelingen die ter zake plaatsvinden. Het is mogelijk dat het voorstel in november terugkomt, maar dat is in ieder geval niet zeker. Voorts is er op overleg aangedrongen, dat waar dan ook zal kunnen plaatsvinden. U hebt zelf al gezegd dat de commissie Algemene Zaken het meest voor de hand ligt, maar als er andere mo gelijkheden zijn dient daartoe het initiatief te worden genomen. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens besloten het ini tiatiefvoorstel aan te houden. 30. bijlage nr. 343 VOORSTEL TOT HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET T.B.V. VERBINDINGSMATERIEEL VOOR DE POLITIE. 31. bijlage nr, 344 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT WIJZI GING VAN DE BEGROTING VAN DE POLITIE TERZAKE VAN VER NIEUWING VAN DE RE GELINSTALLATIE VAN HET POLITIEBUREAU. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt ach tereenvolgens overeenkomstig deze voorstellen van burgemeester en wet houders besloten. 32. bijlage nr. 345 PREADVIES VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS INZAKE HET BEROEP, INGESTELD DOOR MEVROUW J. VAN DE KLUNDERT- VAN DE WIJNGAARD INGEVOLGE DE VERORDENING OP LOGEER- EN/OF KAMERVERHUURINRICHTINGEN. De heer BRUMMELKAMP: Krachtens de verordening op de logeer- en/of kamerverhuurinrichtingen heeft mevrouw Van de Klundert een ver gunning voor de exploitatie van een kamerverhuurinrichting gevraagd. Deze vergunning is door burgemeester en wethouders bij besluit van 3 juli 1974 afgewezen, welk besluit haar op 10 juli is toegezonden. Inge volge bovengenoemde verordening staat er met betrekking tot dit be sluit beroep op de gemeenteraad open. Omdat mevrouw Van de Klun dert haar beroep enkele dagen te laat heeft ingezonden stellen burge meester en wethouders voor haar beroep niet ontvankelijk te verklaren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 963