967 23 OKTOBER 1974 1974 in de provincie Noord-Brabant. De vragen van mevrouw Van Nes werden dooï het college op 14 februari 1974 voorlopig afgedaan. Thans bespreekt het provinciaal bestuur de urgentie van de wegen plannen voor 1975. Het is van groot belang dat het provinciaal bestuur opnieuw kennis neemt van het afwijzende standpunt van de gemeenteraad van Breda met betrekking tot deze wegaanleg. De fracties van P. v. d. A. en P. P. R. dringen er daarom bij het college op aan nog deze week het afwijzende standpunt van de raad van Breda met de motie van 24 novem ber 1972 aan het provinciaal bestuur te doen toekomen en de raad over deze toezending in te lichten. De heer VAN DUIJL; De bewoners van de Sterkenburgstraatklagen dat het daar gelegen plantsoen doorlopend onder water staat. Dit is niet alleen het geval tijdens de hevige regenval van de laatste maand, maar ook vóór die tijd was het plantsoen zeer drassig. Ik zou daarom willen vragen of de situatie kan worden verbeterd. De heer LAMBREGTS; Ik zou drie onderwerpen aan de orde willen stellen, waarvan het eerste naar ik heb vernomen reeds in de commissie voor ruimtelijke ordening is behandeld, maar mijns inziens belangrijk genoeg is om het hier nog eens onder de aandacht te brengen. In het gebied IJpelaar bevinden zich in de Zwijnsbergenstraat ter hoogte van de Overakkerstraat tegenover elkaar twee open B.B. A. -bus haltes, vrijwel in de wei, waar wachtende busreizigers worden blootge steld aan regen, wind en straks sneeuw. In de directe omgeving staan twee bejaardentehuizen. Vele van de daar wonende bejaarden zijn aange wezen op het openbaar vervoer. De problemen inzake vernieling van abri's kennende, zou ik toch in dezen bij de B.B.A. sterk willen pleiten voor de bouw van abri's, vooral ten behoeve van de bejaarden, die dan zeker meer van het openbaar vervoer gebruik zullen maken. In verband met de naderende winter zou ik graag op spoed willen aandringen. Mijn tweede opmerking betreft het feit dat in de Singel ter hoogte van de Gasbrug aan de K. M. A. -zijde reeds geruime tijd een half verga ne en geheel gezonken woonboot ligt. Er is kort geleden een milieuweek gehouden waarin allerlei activiteiten plaatsvonden om ons er van te door dringen wat een schone omgeving voor ons kan betekenen en om het erg ste vuil op te ruimen. Ik zou willen vragen of het mogelijk is dit wrak zo snel mogelijk te doen verwijderen. In de derde plaats, mijnheer de voorzitter, heb ik vernomen dat u het bijzonder op prijs stelt dat gedurende de raadsvergaderingen een politiefunctionaris aanwezig is. Is het mogelijk in de toekomst voor de ze functionaris een gereserveerde plaats op de publieke tribune in te richten? De heer JONGENEEL: De publikaties in het dagblad De Stem van 7 september 1974 zijn voor de fracties van P. v.d. A. en P. P.R. aanlei ding tot het stellen van de volgende vragen. a. Zijn er op het ogenblik met Kwatta Internationaal N. V. onder handelingen gaande betreffende de overname van het fabrieksterrein? b. Kunnen deze onderhandelingen niet worden voortgezet omdat de gemeente Breda hiervoor geen geld ter beschikking heeft? c. Is het juist dat Kwatta Internationaal N. V.wanneer men in deze onderhandelingen niet tot overeenstemming komt, naar een ande re gemeente zal worden overgeplaatst? Hierop zouden wij graag op zeer korte termijn antwoord ontvangen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 967