982
21 NOVEMBER 1974
zou ik de porïefeuillewethouder, de heer Van Dun, willen vragen wat
zijn opvatting is.
Wethouder VAN DUN; Wat punt 2A - d betreft is zowel van de kant
van mevrouw Van Rooij als van de kant van mevrouw Paulussen een char
mant voorstel gedaan. In tegenstelling tot hetgeen op de agenda is ver
meld nodigen zij het college uit een preadvies uit te brengen. Zeker na
de perspublikaties van vanmorgen verklaart het college zich gaarne be
reid middels een preadvies duidelijkheid aan de raad te verschaffen over
mogelijke misverstanden en andere moeilijkheden rond het aan de orde
zijnde huurreglement, Ik adviseer het college dan ook het voorstel van
mevrouw Van Rooij, mevrouw Paulussen en de heer Ten Wolde over te
nemen. Ik moet hier wel aan toevoegen dat dit niet inhoudt dat het in
de vergadering van juni 1974 genomen raadsbesluit opgeschort kan wor
den, Het is niet mogelijk tegelijkertijd om preadvies te vragen en regu
lier genomen raadsbesluiten opnieuw ter discussie te stellen.
De VOORZITTER; Ik heb hier niet veel meer aan toe te voegen.
In de eerste plaats is agendapunt 2A - d aan de orde, waarover de raad
thans drie dingen weet. Er komt een preadvies, er is een raadsbesluit van
20 juni en het lijkt mij eenvoudig een kwestie van zorgvuldig handelen
om dit preadvies af te wachten vooraleer de raad nieuwe besluiten neemt.
Ik moet dus adviseren niet tot opschorting over te gaan, want daardoor
zouden wij te weinig respect voor de genomen raadsbesluiten tonen.
De heer CRUL: Mevrouw Paulussen heeft duidelijk gemaakt hoe wij
de voorbereiding van het preadvies uitgevoerd wensen te zien. Het is
daarbij uitdrukkelijk onze bedoeling dat het huurreglement in totaliteit
opnieuw in discussie komt en wij denken in de richting van opschorten.
Als u het stuk terugneemt ter preadvisering komt het opnieuw volledig
in de commissie aan de orde, waarbij alle door ons aangegeven moge
lijkheden open blijven.
De VOORZITTER; Ik meen dat het standpunt van het college van
burgemeester en wethouders duidelijk is. Er komt een preadvies maar er
kan geen sprake zijn van opschorting van een eerder genomen raadsbe
sluit, Ik vind eerlijk gezegd dat men bij iets dergelijks veel zorgvuldi
ger te werk zou moeten gaan, want een opschorting kan niet "zo maar"
plaatsvinden. De toezegging tot preadvisering is naar mijn opvattingvol
doende, want hierdoor wordt de gelegenheid geboden opnieuw over de
kwestie te discussiëren in de geest zoals er van verschillende zijden over
wordt gedacht.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens besloten punt 2A -
d in handen van burgemeester en wethouders te stellen om preadvies.
De VOORZITTER; De heer Oomen heeft over punt 2A - b, debrief
van de heer Boogers d. d. 18 oktober 1974 inzake de reconstructie van
de Grote Markt, gesproken. Natuurlijk is het de bedoeling dat deze kwes
tie ordentelijk door het college van burgemeester en wethouders zal wor
den afgedaan. Daarna zal zoals te doen gebruikelijk opnieuw gelegen
heid' bestaan om kennis te nemen van de wijze van afdoening. Dat lijkt
mij voor deze brief een juiste procedure.
De heer OOMEN; Ik begrijp dat het college conform de huidige
situatie moet antwoorden en ik hoop dat dit snel zal gebeuren. Los van