1004
20 NOVEMBER 1975
(AVOND)
in aanmerking komen.
Voorts heeft de heer Welschen gevraagd of wij bereid zijnmet
Bredase schoolbesturen te overleggen over wenselijkheid en mogelijk
heid om niet klassikale scholen te stichten. Ik kom in de verleiding
daar een lang betoog over te houden. Ik weet iets van Jena-plan-scho
len en de praktijk daarvan en ik meen dat daar meer moeilijkheden
aan verbonden zijn dan velen veronderstellen. Er zijn andere scholen
waar het niveau-onderwijs het individueel aangepast onderwijs
veel verder is dan soms wordt aangenomen. Ik voel mij niet gerechtigd
hier te gaan spreken over scholen en de indruk die ik daarvan heb, aan
gezien ik geen beeld van het gehele Bredase onderwijs heb. In ieder
geval is er bij het Bredase onderwijs op dit punt meer gerealiseerd dan
soms wordt verondersteld. Wij zouden naar ik meen eens moeten na
denken over de situatie bij onze eigen openbare school, omdat daar
onze allereerste verantwoordelijkheid ligt.
Het is niet mogelijk het denominatieonderzoek binnen twee
maanden in de commissie voor onderwijs aan de orde te stellen. In de
esprekken die wij met de sociografische dienst hebben gevoerd is ge
leken dat de aan te wijzen onderzoeker met ander werkzaamheden
bezig is en dat hij even de tijd moet hebben om over een en ander te
spreken. Van de kant van de dienst is voorgesteld dat men er in maart
op terugkomt, zodat ik dit onderwerp in het voorjaar in de commissie
voor onderwijs aan de orde zou kunnen stellen.
De door de heer Welschen genoemde bezwaren ten aanzien
van de bestuurscommissie S. A.D. delen wij, zoals zij zijn geformu
leerd, niet. Ik wijs in dit verband op de opmerkingen,
over de prioriteitstelling, terwijl ik de beslotenheid van de vergadering
genuanceerd zou willen beoordelen. Ik neem aan dat dit één van de
onderwerpen is waarop wij nog zullen terugkomen.
De laatste vraag was of ik bereid ben tot een gesprek met de
S. A. D.het Vormingscentrum West-Brabant en de oudercomité's.
Hierover wil ik opmerken dat ik het niet mijn taak acht de ouder-
comité's voor dit gesprek uit te nodigen. Zoals men weet is de S.A.D.
bereid bij projecten medewerking te verlenen, hetgeen bij een bepaald
project al is gebeurd. Ik geloof dat het de wethouder van onderwijs van
Breda niet zal passen de oudercomité's van scholen in Breda uit te
nodigen, omdat naar mijn mening het schoolgebeuren moet stoelen
op een hechte eenheid van bestuur, schoolteam, oudercomité etc. Ik
eloof dat het verstorend zou werken als de wethouder van onderwijs
ie gang van zaken zou doorkruisen.
De behandeling van de portefeuille financiën, onderwijs,
planning en automatisering wordt hierna afgesloten.
De VOORZITTER: De besluitvorming, ook over het ingedien
de amendement, zal in een later stadium aan de orde komen. Voorts
ligt ter tafel een motie van de heer Welschen, die wellicht ook nog bij
een andere portefeuille zal worden besproken.
De door de heer Welschen ingediende motie luidt als volgt:
"De raad van Breda, in vergadering bij een op 20 november
1975, gehoord de discussie over de deelbegroting onderwijs
voor het jaar 1976,
overwegende dat tijdens de behandeling van de begroting