1006 20 NOVEMBER 1975 (AVOND) opleiding, inkomen of milieu niet tot hun recht komen; met andere woorden: wij willen opkomen voor de kwetsbaren en gehandicapten, niet alleen in economische maar ook in sociale en psychische zin. In dit verband wil ik nog even terugkomen op de uitlatingen van wethouder Broeders, die volgens anderen van veel emotie getuigden. De heer Broeders leek naar mijn mening enigszins op de apostel Paulus, die in II Korinthiêrs 11:21 e. v. ongeveer zegt: "Als u zegt dat wij opkomen voor de minder bedeelden, ik doe nog meer.Hierop doorgaande wijs ik erop dat de federatie van fracties zich krachtens haar program ge kozen voelt om voor de zwakkeren op te komen. Eén van de dingen die mij persoonlijk ertoe brengt hier te gaan zitten, is dat ik een stem voor de genoemde kwetsbare en gediscrimineerde groepen wil laten horen, ornaat de betrokken zelf hun stem nog niet kunnen verheffen. Vervolgens wil ik op enkele zakelijke punten nader ingaan. De posten, voorkomend op de door ons ingediende lijst van amendementen, zijn door ons alle aan de andere fracties gemeld: zij komen dus niet zonder meer uit de blote hemel neervallen. Voor zover er commissie vergaderingen zijn geweest, zijn de posten in die vergaderingen ge meld; voor zover zij niet in commissievergaderingen aan de orde zijn geweest, is per brief mededeling gedaan. Ik ben maar een eenvoudig raadslid en ik heb daarom gewoon de nota van aanbieding ter hand ge nomen, waarin op blz. 16 staat dat wij door aan te geven wat wij precies willen verschuivingen in de diverse sectoren kunnen aanbrengen. Dat is de bevoegdheid waarvoor wij hier zitten. Ik begrijp dan ook niet waarom er nu zoveel moeilijkheden over de budgetverdeling zijn. Juist omdat wij over het uitstekende overzicht op blz. 61 e.v. beschikken, kunnen wij mijns inziens gaan "schuiven". Dit geeft mij aanleiding bij de behandeling van deze sector enkele amendementen in te dienen, waardoor wij onze prioriteiten naar voren kunnen brengen. Aan een nieuwe methode moet men wennen: welnu, dat willen wij proberen te doen. Zoals wij reeds in de commissie hebben opgemerkt, bestaat de toelichting die ons van de zijde van de gemeentelijke geneeskundige en gezondheidsdienst wordt verstrekt uit drie velletjes met cijfers. Er is nog volstrekt geen beleid te zien met betrekking tot de vraag waar de dienst naartoe wil. Aan de hand van sommige cijfers en sommige uitlatingen kunnen wij wel iets aanvoelen maar waar men nu precies naartoe wil zien wij niet, in tegenstelling tot bijvoorbeeld bij de sociale dienst en de B. S. W.waarvoor een duidelijke richting is aangegeven, afgezien van de vraag of daarmee kan worden ingestemd. Bij de G. G. en G. D. is volstrekt geen richting te zien. Het lijkt er een beetje op dat men steeds maar wil groeien, bijvoorbeeld naar het gewest toe, en naar onze mening moet dat maar eens tot uiting komen. Zoals reeds is mede gedeeld, willen wij bij de G. G. en G. D. twee posten schrappen. In de eerste plaats willen wij een post van 29. 000,— voor hogere uitgaven ten behoeve van een uitgebreidere dienstverlening laten vervallen. De daaraan ten grondslag liggende overweging is dat wij het beleid dat achter deze uitbreiding ligt willen kennen. De tweede post is het be drag van 60. 000, --voor een klinisch psycholoog. Afgezien van de hoogte van dit bedrag voor iemand die maar twee derde week gaat werken lijkt het ons nogal hoog --, is naar onze mening niet duidelijk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 1006