1018 20 NOVEMBER 1975 (AVOND) deling personeel en de commissie kunnen beoordelen of personeelsuit breiding bij diverse diensten nodig is? Het bureau onderwijs stelt bij voorbeeld dat het personeelsbeleid in de onderwijssector in belangrijke mate wordt bepaald door de diverse onderwijswetten en rijksvoorschriften. De directe betrokkenheid ligt dan in dit geval bij de wethouder van onderwijs. In de begroting is sprake van vorming van het personeel in centraal verband. Onze vraag is welke bedragen er in de diverse be drijven en diensten aan vorming worden besteed. Hoe staat het met het onderzoek inzake de coördinatie van verschillende werkzaamheden tus sen de onderscheiden diensten en bedrijven in het kader van het perso neel en naar aanleiding van de nota bedrijfsbeleid huisvuil? Wij zijn het eens met de in de commissie voor personeelszaken gedane toezegging dat er een nota zal worden uitgebracht waarin tot uiting zal komen noe iedere ambtenaar als volwaardig medewerker aan de beleidsvoorbereiding kan deelnemen,hoe in de uitvoering van het beleid zijn plaats centraal kan komen te staan. Voorts meent de fe deratie van fracties dat haast moet worden gemaakt met het onderzoek dat een werkgroep op het gebied van functiewaardering in de gemeente zal instellen. Evenals de heer Dees pleit mijn groepering voor het grote belang van de interne democratisering binnen het gemeentelijk apparaat. Met de heer Dees hebben wij vrij veel wensen op het gebied van de wijze van functioneren van de medezeggenschapscommissie. Deze wensen bestaan ook in de M. C.-'s zelf. De heer Dees heeft wensen op het gebied van actief en passief kiesrecht. Gelukkig vergen deze wensen geen geld maar alleen bereidheid. Onze fracties streven naar een be- drijfs- en dienstendemocratie, die erop gericht zal moeten zijn de medewerkers in de gemeentelijke bedrijven en diensten de grootst mo gelijke zeggenschap te geven; dit kan inhouden dat binnen de bevoegd heden van de directies wordt medebeslist. Voorts zal moeten worden getracht de vergaderingen van de medezeggenschapscommissies en het georganiseerd overleg openbaar te maken, teneinde de geïnteresseerde achterban de mogelijkheid te geven om deze bijeenkomsten bij te wonen. Er zal in de medezeggenschapscommissies een discussie op gang moeten komen over de vraag of een directeur van een dienst voorzitter van de M. C. moet zijn of dat een voorzitter moet worden gekozen. Geregeld zal voorlichting aan het personeel moeten worden verstrekt over alle lopende zaken. In bijeenkomsten zal verantwoording moeten worden afgelegd en zullen de medewerkers de gelegenheid moeten krijgen om invloed op het beleid uit te oefenen. Voorts zal het moge lijk moeten worden gemaakt dat de medezeggenschapscommissies zich in de raadscommissies laten vertegenwoordigen, als hun problemen aan de orde zijn. Tot slot nog iets over het sociaal jaarverslag, waarover de fractie-voorzitter van het C. D.A. tijdens de algemene beschouwingen nogal laconiek deed. Hij volstond met de opmerking dat alleen de progressieven zich daar -- tijdens de commissiebehandelingen -- druk over hebben gemaakt. Inderdaad maken wij ons daar druk over, omdat de bedrijven en diensten niet alleen een economisch verslag moeten produceren, maar ook moeten uitkomen met een sociaal jaarverslag waarin onderwerpen als arbeidsomstandigheden, personeelsbeleid, scholing, promotie enz.enz.achteraf kunnen worden beschouwd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 1018