1020
20 NOVEMBER 1975.
(AVOND)
teren van de mogelijkheden die een districtsgezondheidsdienst biedt.
Het doet mij natuurlijk pijn dat de heer Oomen heeft voor
gesteld de post voor een psycholoog bij de G. G. en G. D. te schrappen
en het geld voor iets anders te bestemmen. De uitgaven voor de
psycholoog moeten naar mijn mening niet worden geschrapt. Tijdens
de behandeling in de commissie heb ik deze opvatting reeds getracht
te verdedigen en ik wil dat nog wel een keer doen, hoewel ik bang ben
dat dat geen zoden aan de dijk zal zetten: degenen die ik de vorige
keer heb overtuigd, zullen nog wel overtuigd zijn en degenen die ik
de vorige keer niet heb overtuigd, zullen deze keer waarschijnlijk niet
te overtuigen zijn. Nochtans wil ik mij er niet al te gemakkelijk van
afmaken. In de commissie kwam indertijd de vraag aan de orde waar
om wij nu voor de psycholoog hadden gekozen en niet voor het be
volkingsonderzoek op baarmoederhalskanker. Ik heb toen gezegd dat de
psycholoog al jarenlang op het lijstje stond. Ik heb niet meteen positief
gereageerd, maar van lieverlee ben ik na verscheidene besprekingen,
waarin het verlangen van de dienst naar een psycholoog bleek, over
tuigd geraakt van de noodzaak een dergelijke functionaris aan te stel
len. Op die manier kan aan de bedrijfsgeneeskundige zorg voor het ge-
meentepersoneel meer body worden gegeven, want ook daar worden wij
in toenemende mate met psycho-sociale problematiek geconfronteerd.
De advisering van het centraal registratiebureau voor huis
vesting (C. R. B.geeft indicaties, die niet altijd van puur medische
aard zijn. Wij komen steeds meer tot de conclusie dat er een samen
hang tussen de verschillende oorzaken bestaat. Er bestaat behoefte aan
iemand die zich niet met de medische -somatische aspecten bezig
houdt, maar de psycho-sociale facetten kan beoordelen. In dat ver
band is de aanwezigheid van een psycholoog eveneens van belang.
Bovendien hebben wij een adolescentengezondheidsdienst waarbij voor
al mental health-problematiek centraal staat. Ook daarvoor is een
psycholoog nodig.
Dit zijn de drie belangrijke redenen die ons uiteindelijk heb-
heb doen besluiten dat dit jaar dan eindelijk de psycholoog zou moeten
kunnen worden aangesteld, zodat wij de raad hebben voorgesteld aldus
te handelen.
De aanstelling van de psycholoog is mijns inziens van zo
groot belang, dat ik deze niet wil inruilen voor een extra verhoging
van de middelen voor de wijkopbouwraden, waar het voorstel van ae
heer Oomen naar ik meen in de praktijk op neerkomt. Hiermee wil ik
overigens niet zeggen dat ik niet vóór wijkopbouworganen zou zijn. Ik
meen dat ook de heer Oomen weet dat ik daar positief tegenover sta.
Het is hem naar ik aanneem uit de voorbereiding van de stukken en de
gegeven toelichting voorts duidelijk geworden aat wij voor dit doel
een hoger bedrag hadden willen uittrekkenmaar dat dit punt in het
kader van de prioriteitstelling, die thans aan de orde is, niet voor ver
wezenlijking in aanmerking Kon komen.
De heer Oomen heeft geprobeerd mij nog iets anders uit
handen te spelen, namelijk een bedrag van 29. 000, -- voor uitbrei
ding van de dienstverlening van de G. G. en G. D.waarvoor hij even
eens een andere bestemming heeft voorgesteld. Nu doet zich in dezen
de moeilijkheid voor dat de amendementen die aanvankelijk door de