1026 20 NOVEMBER 1975 (AVOND) directie van de psychiatrische inrichting "Het Hooghuys". Hieruit is gebleken dat "Het Hooghuys" reeds de erkenning als dagbehandel centrum heeft en over machiging van de ziekenfondsraad beschikt om als dagopvanggelegenheid te f ungeren. Het fungeert in die zin ook in Leur. Interessant is wellicht te vernemen dat men bij "Het Hooghuys" van plan is in de begroting 1976 van de betrokken stichting is daar mee reeds rekening gehouden -- deze dagbehandeling vanwege drem pelvrees over te plaatsen naar Breda. Over zes d acht maanden zal het instituut in Breda aan de Academiesingel waar thans reeds het sluis- internaat van "Het Hooghuys" is worden gevestigd. Ter plaatse lijken tevens uitbreidingsmogelijkheden aanwezig om de bezigheids therapie te realiseren. Daarmede wordt bereikt dat niet in Leur maar in Breda de psychiatrische dagbehandeling mogelijk zal gaan worden. Er is echter verschil tussen het hiervoor bedoelde dagbehandel centrum en het huidige centrum in de Boschstraat. Gedeeltelijk vallen de activiteiten samen. De behandeling, aangevuld met bezigheids therapie en creativiteitsbevordering, die thans in de Boschstraat plaats vindt pagwèl in de dagbehandeling, maar de opvang in de zin van een dagverblijf voor psychisch moeilijke mensen, vergelijkbaar met een dagverblijf voor zwakzinnigen, is daarbij niet mogelijk. De vraag rijst dan of voor laatstgenoemde activiteit een groot bedrag op tafel zou moeten worden gelegd. Ik meen dat het antwoord ontkennend is, maar ik hoop dat de verwezenlijking van een dagcentrum door "Het Hoog huys" in Breda spoedig tot stand zal kunnen komen. Op het ogenblik denkt men aan een periode van zes va acht maanden. Vervolgens wil ik nog enkele opmerkingen over het baar- moederhalskankeronderzoek maken. Er is gevraagd waarom wij dit onderzoek hebben uitgesteld. In de commissievergadering heb ik inder tijd gezegd dat wij deze keer de prioriteit aan de psycholoog hebben gegeven, maar dat op mijn lijstje voor de eerstvolgende gelegenheid geld voor het baarmoederhalskankeronderzoek staat. De reden waarom wij aan dit project "tweede prioriteit" hebben gegeven kan als volgt worden omschreven. Het project heeft twee doelstellingen: individuele hulpverlening aan vrouwen en een sociaal volksonderzoek. Voor de individuele zorg vormt het uitstel dat wij aan de raad voorstellen, geen overwegend bezwaar, aangezien uit landelijke gegevens blijkt dat op het ogenblik in Nederland reeds 400. 000 vrouwen per jaar worden onderzocht, terwijl de verwachting bestaat dat dit aantal nog sterk zal toenemen. De oorzaak daarvan is dat dit onderzoek sinds verleden jaar als verstrekking in het ziekenfondspakket is opgenomen en dat het "uitstrijkje" vaak onderdeel uitmaakt van het periodiek onderzoek van pilgebruiksters. Wanneer het niet individuele algemene bevolkings onderzoek landelijk zou worden ingevoerd met -- volgens de huidige plannen -- een periodiciteit van een keer per drie jaar en gericht op de leeftijdsgroep van 35 tot en met 55 jaar de kwetsbare groep - -, zou bij een opkomst van 100% het aantal jaarlijks te onderzoeken vrouwen 500. 000 bedragen. Hieruit volgt dat de vrouwen op het ogen blik reeds grotendeels worden onderzocht, zij het individueel en nog niet in het kader van een algemeen bevolkingsonderzoek. Overigens hebben wij niet stilgezeten en een werkgroep ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 1026