1032 20 NOVEMBER 1975 (AVOND) situatie komt in het rapport duidelijk tot uiting dat het ook anders kan en dat de overheid zelf veranderingen in de maatschappij kan stimu leren, zodat er iets in beweging komt. Naar mijn mening worden wij hier met twee duidelijk verschillende politieke keuzemogelijkheden geconfronteerd. Ik laat het aan de heer Koertshuis over bij welke groep hij zich wil indelen, want ik hoef te dien aanzien naar ik meen geen suggesties te doen. Overigens wil ik er in de commissie nog wel eens over spreken, want misschien begrijpen wij het niet goed. Het is duidelijk dat wij met de instelling van een sociale re cherche volstrekt oneens zijn. Hoewel dat misschien verwonderlijk klinkt, meen ik dat er in dezen verband met de kwestie van de Gielis Beysstraat is. Afgezien van de persvrijheid is één van de problemen van de zaak Gielis Beysstraat dat door de reportage de bewoners van deze straat een stempel is opgedrukt. Hun wordt te verstaan gegeven dat zij eigenlijk maar het uitschot van de maatschappij zijn, maar dit stempel wordt hun volstrekt ten onrechte opgedrukt. Wat is nu het gevolg van een sociale recherche? Staatssecretaris Mertens heeft op grond van de huidige gegevens geconstateerd dat slechts 0, 2% van degenen die sociale uitkeringen genieten, misbruik van de mogelijk heden maakt. Als men daarvoor een sociale recherche gaat instellen, tekent men op hetzelfde ogenblik -- op soortgelijke wijze als waarop Panorama de Gielis Beysstraat een stempel opdrukt -- de mensen die op dit ogenblik een sociale uitkering genieten als potentiële fraudeurs. Onze fracties zijn daar sterk op tegen. Op het ogenblik blijft het op drukken van een stempel nog beperkt tot een verschijnsel, waar ik ove rigens ook een grote afkeer van heb. Ook in mijn omgeving wordt dik wijls gezegd: Ze profiteren maar. Elke keer als ik dit tegenkom, op welk niveau ook, bestrijd ik het door erop te wijzen dat men eens moet nagaan wat nu werkelijk de achtergrond en de oorzaken zijn. Het tekenen als potentiële fraudeurs vormt één van de wezenlijke ethische motieven op grond waarvan wij tegen een sociale recherche zijn. Hier bij zie ik dan nog af van alle andere motieven. Ik wil nog even het geheugen van de heer Koertshuis opfris sen, aangezien hij over gezinszorg heeft gesproken. Hij moet eens met zijn fractie in Den Haag telefoneren, want bij de behandeling van de begroting van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk heeft de V. V. D. -fractie voorgesteld deze begroting te verlagen met bijdragen voor de bibliotheken dat behoort tot de portefeuille van de heer Sandberg --en voor de gezinszorg. Wethouder DE RAAFF: De heer Visser heeft gevraagd of wij nog eens willen studeren op het uit elkaar rafelen van het "dienen van drie heren". Ik ben van mening dat het dienen van drie heren niet mogelijk is, aangezien het dienen van twee heren al moeilijkheden oplevert. Wij dienen een oplossing te bereiken, maar ik zou dat mede met hulp van de commissie voor de personeelszaken willen doen, aan gezien wij onze visie op papier hebben gezet. De heer Van Dongen heeft gezegd dat hij geen antwoord op zijn vraag over de bewoners van de Gielis Beysstraat heeft gekregen. Nu had ik begrepen dat hij zijn vraag aan de voorzitter van deze raad stelde. Ik heb dat in die zin opgevat, dat ik met de burgemeester zou

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 1032